I
53
167
De Plaatselijke Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs.
(yr. g.) Bergsma, Voorzitter.
(w. g.) B. van der Esch, Secretaris.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente s-Gravenhage.
de burgerscholen verschillende klassen werden aangetroffen,
met 38 tot 33 leerlingen en zelfs aan de Falckstraat met 40
leerlingen en dat dus de bewering, dat op de burgerscholen
32 het normaal cijfer was, niet opging. De toeloop op de
scholen A en B is uit den aard der zaak veel grooter dan
op de burgerscholen, en ten einde het getal leerplichtige
kinderen uit de arbeidersklasse, voor wie geen plaats zoude
zijn, indien het normaal cijfer per schoolklasse zooveel lager
werd gesteld, niet te groot te maken, is het natuurlijk dat
de autoriteiten er niet spoedig toe overgaan de kinderen af
te wijzen. En toch wachten velen op plaatsing. Bij het aan
bouwen van nieuwe scholen ware het gewenscht, te letten
op de behoefte aan meer schoollokalen voor parallelklassen.
Wellicht kunnen dan de afmetingen der lokalen met het oog
op het getal leerlingen geringer worden. In de school aan
de Hoornbeekstraat zijn de lokalen berekend op 24 scholieren.
Na nog eenige replieken besloot de vergadering aan het
Bureau op te dragen, zich schriftelijk tot Uw College te
wenden en, ten vervolge van het aan den Gemeenteraad
gericht schrijven van 28 April 1908, No. 254, üw College
beleefd te wijzen op de groote wenschelijkheid van geleidelijke
vermindering van het maximum aantal leerlingen per klasse,
zoowel op de scholen A en B als op de scholen C en D, en
daaraan het verzoek vast te knoopen, om bij de ontwerpen
van nieuwe scholen te doen letten op de behoefte aan meer
lokalen, ten einde de overbevolkte klassen, waaraan anders
niet zou zijn te ontgaan, door splitsing terug te kunnen
brengen, tot dat normaal aantal leerlingen, dat voor een
werkelijk vruchtdragend onderwijs niet mag worden over
schreden.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.