59
gelijk „sluimeren” en „slapen” Wat is een „sluimerrol”
Het saaien kussen. Moet dat niet zijn het saaie kussen, evenals
gewone? Waarom niet? Vertel iets van de stoffelijke bijv,
nmw. Wat is het hoofdeinde van het bed Gebruik „hoofd”
in figuurlijken zin. Wat beteekent: zij zat met het hoofd in
de hand? Kent U de uitdrukking: het hoofd in den schoot
leggen? Verklaar: zij nam werktuigelijk een kleine teuge.
Wat beteekent: zij zag ons „strak” aan? Wat is een
schuw paard, iemand schuwen, het kwaad schuwen? Gebruik
„vruchteloos” in een zin. Gebruik „zilver” in figuurlijken
zin. Ook „goud”. Zij „vermandde” zich weder. Wat beteekent
dat? Verklaar: „zich vermannen” enz. enz.
Natuurlijk zijn sommige vragen gesteld naar aanleiding
van antwoorden, door de candidaten gegeven.
Eenige vragen over Aardrijkskunde en GeschiedenisReis
van Rotterdam naar Londen. Volg van Hoek van Holland
de kust noordwaarts, wat vindt gij dan? Wat weet gij van
het Westland? Grondsoort, produkten, plaatsen. Welke bad
plaatsen ontmoet gij dan? Volg van den Helder de kust
van de Zuiderzee, en noem op de plaatsen, die gij langs
komt. Vertel iets van het Gooi.
Waardoor is Leiden bekend? Waar vindt men meer hooge-
scholen? Maak een reisje per spoor van Rotterdam naar
Groningen. Door welke provinciën? Welke wateren komen
bij Groningen samen? Welke grondsoorten vindt men inde
provincie Groningen Wat zijn veenkoloniën Reis per spoor
van Haarlem naar Maastricht. Vertel een en ander van het
zuiden van Limburg. Loop van den Rijn en de Maas in ons
land. Wat verstaat men door de Keulsche Vaart? enz. enz.
Aan die candidaten, welke het goed maakten, werden ook
een paar vragen gedaan over Europa en onze bezittingen
in Indië.
Wie was Maurits? Wanneer leefde hij? Wat weet gij van
het Twaalfjarig Bestand. Vertel een en ander van Olden-
barnevelt, en zjjn verhouding tot Maurits. Hoe is dat afge-
loopen Welken titel had Oldenbarnevelt Kent gij Raad
pensionarissen Wat weet gij van Jan de Witt? Welk groot
man leefde ten tijde van Jan de Witt Vertel een en ander
van Willem III. Welke stadhouders hebben ons land bestuurt?
Noem ze op met de jaren van hun bestuur. Vertel iets van
de „gouden eeuw”. Ook van „het rampjaar”. Wanneer
leefde Karel V? Van wien was hij de zoon? Vertel een en
ander van zijn bestuur (Hervorming). Over welke landen
regeerde hij Wie volgde hem op Waarom niet in Duitsch-
land Wanneer vertrok Filips naar Spanje? Noem enkele
belangrijke jaartallen tusschen 1555 en 1581. Wat verstaat
men door de Fransche overheersching Welke koningen
1
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.