59 11 VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS. Zingen. Bij dit onderdeel van het examen werden de candidaten uitgenoodigd een liedje naar keuze en een opgegeven een voudige melodie met één voorteeken, van het blad te zingen, na een voorbereiding van tien minuten. Daarna werden, naar aanleiding van hetgeen in het zangstukje voorkwam, vragen gesteld over sleutel, maatsoort, toonaard en toonsoort, tempo, dynamische en voordrachtsteekens. Ook werd onderzocht, of de candidaat wist, waarop bij het zingen in de bewaarschool moet worden gelet. Over ’t algemeen was het zingen van een liedje voldoende, soms zeer goedhet trok evenwel de aandacht der Commissie, dat de uitspraak dikwijls veel te wenschen overliet. Slechts enkele malen kwam het voor, dat de candidaat weinig gehoor bleek te bezitten. Slechts zelden slaagde een candidaat erin, haar eerste cijfer door dat voor bordteekenen te verbeteren. Het grootste gedeelte der candidaten kreeg voor het laatste een lager cijfer dan voor de teekening op papier, wat van ongunstigen invloed was op het eindcijfer. Schets zoowel als opwerking lieten dikwerf te wenschen over, terwijl herhaaldelijk fouten geconstateerd werden, die gevolg waren van het slecht waarnemen der voorwerpen uit de omgeving. De Commissie acht ook voor dit onderdeel van het examen in teekenen meerdere oefening voor de candidaten een onafwijsbaren eisch. Spreken. Bij het examen in dit vak werd onderzocht, welke kennis de candidaten bezaten van de vorming der verschillende klanken en van de methoden om kinderen klanken en woorden goed te leeren uitspreken. Daartoe werd gevraagd de klanken te noemen, waaruit een gesproken woord bestond. Vervolgens werd besproken, hoe die klanken gevormd worden, welke spraakwerktuigen voor die vorming noodig zijn, de articulatiepunten, de verdeeling der klinkers in reeksen en de reden dier verdeeling. Ook over de soorten van ademhaling, de plaatsing der stembanden, het ontstaan van stem werden vragen gesteld. Eveneens over de verwantschap der klanken, de assimilatie en veel voorkomende fouten bij het spreken. Nog werden de candidaten in de gelegenheid gesteld aan te geven, op welke wijze men kleine kinderen goed leert ademhalen en verschil lende klanken juist en zuiver leert uitspreken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1614