59 17 aan leerstof. Bovendien waren de figuren meestal smakeloos. Over het algemeen kan de Commissie echter constateeren, dat bij het werken met de Fröbelgaven het uitsluitend dic- teeren van werkzaamheden meer en meer verdwijnt en de kinderen door vele candidaten tot nadenken worden gebracht over de wijze waarop zy het doel der les zouden kunnen bereiken. Ten slotte meent de Commissie er nog op te moeten wijzen, dat sommige candidaten zich slechts met een gedeelte der leerlingen bezig hielden. De leerlingen der achterste banken werden dan bij het laten opmerken en bij het beantwoorden van vragen meestal overgeslagen. AKTE B. Het schriftelyk werk van het examen voor de hoofdakte, akte B, dat gehouden werd op 3 October te Rotterdam en te ’s-Gravenhage, bestond uit de volgende opgaven: NEDERLANDSCHE TAAL. (9—10>/2). Maak een opstel over een der volgende onderwerpen: 1. Zondag. 2. In het schemeruurtje. 3. Verhuisdrukte. 4. Een fietstochtje. TEEKENEN. (10'/2-12«/2). Maakt twee illustraties, waarvan minstens één afgewerkt, naar aanleiding van één der onderstaande stukjes: 1. Een meisje krygt een groot stuk koek van een buur vrouw; kleine broer vraagt een stukje, maar zus geeft niets. Ze houdt den koek achter haar rug en ziet den hond niet in den hoek zitten. Deze komt tijdens het gesprek nader, snuffelt aan den koek en gaat er mee op den loop. 2. Hetboerinnetje. Mijn zusje kreeg van Sinterklaas twee emmertjes van blik en ook een houten juk erbij Wat was zij in haar schik'. Nu speelt ze voor boerinnetje. De handjes in de zij, gaat ze naar moe en zegt: „Mevrouw koopt u wat melk van mij?” Wel ja” zegt moe, „boerinnetje, VERSLAG BEWAARSOHOOL-AKTE-EXAMENS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 1620