204 Op den aangegeven dag en het vastgestelde uur werden de paarden op de daarvoor aangewezen plaatsen voor den vorderingscommissaris gebracht. Volgens de daartoe aangelegde lijsten moesten tei keuring worden aangeboden 2853 paarden, waarvan waren vrijgesteld 292 paarden, als zijnde te klein en 111 paarden, die wegens ziekte of andere reden niet konden verschijnen; 35 paarden waren zonder geldige reden niet verschenentegen de eigenaren dier paarden werd proces-verbaal opgemaakt. Dank zij de doelmatige afzetting der keuringsterreine" en het krachtig handhaven van de orde door de politie had de keuring een geregeld verloop. Bij schrijven, d.d. 12 Maart 1912, no. 112D, werd door den Directeur van het Remontewezen aan den Burgemeester dezer gemeente mededeeling gedaan, dat door den Minister van Oorlog was bepaald dat, Inge volge artikel 36 van het Koninklijk Besluit van 10 No vember 1892 (Stbl. no. 253), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 26 Juni 1911 (Stbl. no. 196) te ’s-Gravenhage in de vorderingsdistricten 31 tot en niet 35, waarin die gemeente is verdeeld, eene keuring van voor den krijgsdienst geschikte paarden zou plaats hebben, op Dinsdag 21 Mei 1912 en dat die keuring des voor middags te 8 uren zou aanvangen. Aan enkele eigenaren of houders van paarden werd vergund hunne paarden op den 20sten Mei des avonds te 7 uren aan te bieden in de vorderingsdistricten 31 en 34. Op den aan gegeven dag onder 615 officieren) en zijn er bij particulieren en stalhouders respectievelijk 1095 en 309 plaatsen tot stalling van paarden beschikbaar. 34 manschappen werden in 1912 bij ingezetenen in- gekwartierd. De alphabetische lijsten, ingevolge artikel 17 van het Kon. Besluit van 16 December 1902 (Stbl. 222), bevatten 937 namen van eigenaren of houders van een of meer voor den krijgdienst geschikte paarden. Op aanvrage van de militaire autoriteit zijn geleverd 24 transportmiddelen tot vervoer van militaire bagage. e. Paardenkeuring.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 204