248 In het jaarverslag' over 1912 van het Schilderkundig Genootschap „Puchri Studio”, vinden wij o.m. vermeld, dat als lid zijn toegetreden1 donateur, 5 werkende, 6 buitengewone en 1 kunstlievend lid, te zamen 13 leden: terwijl door overlijden, opzegging of om andere reden afvleien18 donateurs, 5 werkende 18 buitengewone, 5 societeits- en 8 kunstlievende leden, te zamen 54 leden. In de Kunstzalen werden achtereenvolgens Tentoon stellingen en Kunstbeschouwingen, van het Genootschap uitgaande, gehouden: 7 Januari, eere-tentoonstelling van werken door Jozef Israëls. 25 Januari, kunstbeschouwing, portefeuille van den heer D. G. Bingham te Utrecht. 27 Januari4 Februari, tentoonstelling van teekeningen enz. door Joh. Braakensiek. 618 Februari, tentoonstelling van lithografieën, ver vaardigd door leden der Senefelder-Club te Londen. 8 Februari, kunstbeschouwing, portefeuille der wer kende leden. 21 Februari19 Maart, tentoonstelling van schilderijen en beeldhouwwerk, vervaardigd door werkende leden van het Genootschap, Serie B. 1128 April, tentoonstelling van werken door Jonkvr. Tony van Alphen, Mej. Lizzy Ansingh, Mevr. Thérèse van DuylSchwartze, Mej. SaraHense, Mej. CobaRitsema en de heeren B. A. Bongers, M. Kramer en J. C. Ritsema. 28 Juli—25 Augustus, tentoonstelling van schilderijen en beeldhouwwerk, vervaardigd door werkende leden van het Genootschap, Serie A. 9 November3 December, tentoonstelling van aqua rellen, teekeningen, grafische kunst en beeldhouwwerk, vervaardigd door werkende leden van het Genootschap- 2426 December, kunstbeschou wing, portefeuille van den heer H. R. Hetzel. Aan het Comité voor den Historischen en Allegorischen Optocht in 1913 werden de zalen gedurende eenige weken kosteloos afgestaan voor het exposeeren der teekeningen (ontwerpen) voor genoemden optocht, ver vaardigd door de heeren A. M. Luyt en J. Franken. Op de tentoonstellingen en kunstbeschouwingen van het werk van werkende leden van het Genootschap

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 248