255 Haagsche Vereenigingen zette de heer F. A. Hoefer de bedoeling uiteen der openluchtmusea en pleitte voorde oprichting van een Nederlandsche openluchtmuseum te Arnhem. Ten slotte bracht, in een gecombineerde vergadering met de Vereeniging voor Handel, Nijverheid en Gemeente belangen, op 19 December, de heer Joh. D. Looijen, Architect te ’s-Gravenhage, ons het resultaat van zijn studie over „Theaterbouw in den loop der tijden”. In de pauze en na afloop van de vergadering op 11 November, en op den daaropvolgende!! dag bestond gelegenheid de expositie te bezichtigen van de inge komen ontwerpen op de Eere-prijsvraag Godefroy voor een Architectenhuis, uitgeschreven door de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst ter gelegenheid van haar 70 jarig bestaan. In twee voor de gemeente 's-Gravenhage zeer belang rijke vraagstukken meende het bestuur van de Afdeeling zijn meening te moeten uitspreken; in dat aangaande den Schouwburgbouw en in dat de verbouwing van het Departement van Binnenlandsche Zaken betreffend. Daartoe werd in de maand September een adres gericht aan Burgemeester en Wethouders, inhoudende het ver zoek om het plan van de Schouwburg-Connnissie niet aan den Raad ter uitvoering voor te dragen, terwijl in de maand December aan den Gemeenteraad een adres gericht werd met het verzoek om de Schouwburg-Com- missie uit te noodigen naar de geschiktheid van het Zorgvliet-terrein voor den Schouwburgbouw een onder zoek in te stellen. Inzake de verbouwing van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken werd een adres aan de Eerste Kamer gericht met het verzoek het daarheen te leiden, dat onderzocht wordt of het niet mogelijk ware de gebouwen, in gebruik bij het Departement van Water staat, wederom bij het Departement van Binnenlandsche Zaken te trekken en voor een nieuw gebouw, van modern karakter, voor het eerstgenoemd Departement elders plaats te vinden. Inzake de aansluiting van de Maatschappij tot bevor dering der Bouwkunst bij het Verbond van Nederlandsche Kunstenaarsvereenigingen, richtte het bestuur van de Afdeeling zich in de maand Maart met een adres tot het Hoofdbestuur, om die aansluiting dringend aan te bevelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 255