12
39
(tweelichts).
(drielichts).
3
4
3
3
2
2
6 Liter.
6
6
24
18
24
18
18
12
12
4 pitten
met 1 pit.
136 Groepenbranders elk met 2 pitten met gaatjesglazen.
19 n 3
2 4
2 Mannesmann lampen met 2 pitten.
2 Graetzinlichten met 1 pit.
72 Graetzin Triumplampen met 1 pit.
378 Graetzinlichten elk met 2 pitten.
20 3
4 4
38 Persgaslampen met 1 pit.
2 2 pitten.
1 Persgaslamp met 3 pitten.
Alle branders zyn, elke pit voor zich, van een daglicht
(aansteekvlam) voorzien, behalve voor persgaslampen met
2 en 3 pitten, welke door 1 aansteekvlam worden ontstoken.
In 1912 is het aantal gasgloeilichten met 263 uitgebreid,
het aantal pitten met 341.
In den zomer waren te Scheveningen bovendien 55 gas-
gloeilichtbranders opgesteld, waarvan aan het einde van het
badseizoen 54 werden afgenomen.
Op 31 December werden ontstoken:
5 lichten van 200 L. verbruik per uur, brandende van
zonsondergang tot zonsopgang (nachtlichten).
3757 gasgloeilichten van 100 L. (nachtlichten).
2170 100 (avondlichten).
18 Olso-gasgloeilichten van 120 L. (nachtlichten).
17 120 (avondlichten).
1 gasgloeilicht van 100 L. tot verschillende uren in de
avonden.
2 Graetzinlichten van 100 L. (nachtlichten).
561 groepenbranders gasgloeilicht (intensieftichten).
42 Triumph Graetzinlichten van 200 L. (nachtlichten).
30 200 (avondlichten).
38 persgasgloeilichten (één lichts).
1 persgasgloeilicht
Voor het verbruik der daglichten wordt gerekend:
voor gewone- en Olso-gasgloeilichtbranders.
2 Graetzinlichten
72 Triumph Graetzinlichten
2 groepenbranders
19
4 Graetzinlichten
17 (300 L.)
3 (650
2 (400
378 (200 J
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEKEN.
ft
n
•n
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
ft
1
j»
ft
ft
2 - -