45
f
200.000
Wij laten hier volgen een staat der gemeenteschulden.
Een overzicht der opbrengst van den Hootdelijken
Omslag over 1910 en van de Inkomstenbelasting over
1911 en 1912 is opgenomen onder de bijlagen van dit
verslag als no. 10.
Den 11 en Maart 1912 besloot de Raad tot het aan
gaan van eene 3 */2 geldleening van f 500.000.—tegen
den koers van 95'/2 vrij, met het Pensioenfonds voor
Weduwen en Weezen van Burgerlijke ambtenaren, ten
behoeve van de uitbreiding van het electrisch tram-
wegnet.
Volgens de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde
begrooting voor het dienstjaar 1913 is het geraamd
bedrag:
der ontvangsten
en dat der uitgaven
Batig saldo
f 24.097.799,685
- 23.799.824,685
297.975,-
De plaatselijke belasting naar het inkomen werd ge
heven naar het verhoudingscijfer 0.97.
Het bedrag der kohieren beliep tot
1 April 1913f 3.818.978,10
Men meent te moeten stellen, dat
daarvan als oninbaar zal worden afge
schreven, met inbegrip der op reclame
verleende afschrijvingen, plmf
zoodat het zuiver bedrag ongeveer zal.zijn f 3.618.978,10
De hondenbelasting bracht op - 17.418,
zoodat de opbrengst der directe belastin
gen nagenoeg zal bedragenf 3.636.396,10