18
19
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIS.
van Grovestins, die haar tot deze goede werken in
De Geneesheer-Directeur,
Dr. Roessingh.
Mededeelingen.
1. Dit patientje werd reeds in ’t vorige jaarverslag ver
meld onder No. 20.
2, 3, 4, 6, 8, 9, 14 en 16 waren allen patiënten, wien om
verschillende redenen een half-vrijbed 4e klas werd toege
staan. Aan 2 en 3 (kinderen uit eenzelfde gezin) omdat ze
gelijktijdig in de diphterie-barak moesten worden opgeno-
inen. Beiden mochten gezond en wel weder in de ouderlijke
woning terugkeeren. Aan 4 en 6 omdat de ouders tehuis
nog voor zooveel gezonde kinderen hadden te zorgen. Aan
8, 9, 14 en 16 omdat de inkomsten niet toereikende waren
om de volle verpleegkosten te betalen en deze patiënten
toch niet geheel in de termen vielen voor eene kostelooze
verpleging vanwege ’t Burgerlijk Armbestuur. Patiënte C.H.-D.
No. 16 heeft eerst langen tijd zelf betaald. Toen den Genees-
heer-Directeur echter bleek, dat de betaling steeds moeielyker
begon te vallen, werd besloten de helft der verpleegkosten
ten laste van het rentelegaat te brengen. Na een ziekbed
van meer dan zes maanden is deze patiënte overleden.
5, 7, 10, 11, 12, 13 en 15 werden door ’t rentelegaat voor
de helft (een enkele voor een kleiner deel) bijgestaan in de
kosten der verpleging in de 3e klas, die om de een of andere
reden wenschelyk of noodzakelijk geacht werd voor deze
patiënten, ofschoon ze voor het meerendeel behoorden tot
die patiënten, voor wie de betaling van f 2,50 per dag voor
korteren of langeren tijd niet mogelijk of bezwaarlijk was.
No. 10 werd een half-vry bed toegestaan, nadat zij ver
scheidene maanden achtereen de verpleegkosten geheel uit
‘dgen middelen betaald had. De verpleging dezer patiënte,
die reeds voor de tweede maal hier is, duurt nog steeds voort.
Telkens weer doen zich gevallen voor, dat de Geneesheer-
larecteur dank zy dit rentelegaat flnantieele zorgen
die zoo vaak met ziek-zyn samen gaan) eenigermate kan
''■'dichten, waardoor de Directie telkens weer met dankbaar-
ivid vervuld is voor deze schenking door wijlen Baronesse
'rtenia van Grovestins, die haar tot deze goede werken in
staat heeft gesteld.
Voor afschrift:
De Secretaris der Commissie van Bijstand in
het beheer van het Gemeenteziekenhuis,
W. J. Wenkenbach.