21
Bijlage
Commissie.
een
was
de
VERSLAG betreffende den toestand van den Ge
meentelijken Reinigingsdienst te 's-Gravenhage
over het jaar 1912.
nagelaten wordt
beantwoorden en
tijd te houden.
Organisatie.
Aangezien de bestaande verordening No. 368, dateerende
'an is,i en laatstelyk gewijzigd in 1886, geheel verouderd
en niet voldoende aangaf de taak van dezen dienst en
wederzydsche rechten en verplichtingen tusschen ge-
e en ingezetenen, terwijl bovendien het gemis aan
tarief zich in den laatsten tijd zeer deed gevoelen,
Ondergeteekende acht het een groot voorrecht dit verslag
te mogen aanvangen met de vermelding van het bezoek
van H.M. de Koningin-Moeder aan de verschillende inrich
tingen en het wagenpark op den Aschstaal te ’s-Gravenhage
op 11 April. Hoewel het afvoerstelsel van het verzamelde
vuil niet meer aan de eischen voldoet, mocht toch H.M. op
haren rondgang, waarbij zij zich omtrent alle bijzonderheden
heed inlichten, den indruk verkrijgen dat overigens niets
om den dienst aan zijn taak te doen
zooveel mogelijk op de hoogte van den
he samenstelling der Commissie onderging eenige veran
dering door de aftreding van ’den heer T. v. d. Hoorn in
het laatst van het vorige jaar en door het overlijden van
den heer P. J. v. d. Burgh in den loop van dit jaar. In
hunne plaats werden resp. benoemd de heeren M. M.
j Jouvee Jr. en Dr. K. H. Rombouts.