21
12
Deze gevallen betroffen:
7e. hinderlijk gedrag, gestraft met boete van f 0,26;
ge-
1906—1912
4e. traagheid en het aan den dag leggen van een onwillige
houding, gestraft met boete van f 0,26;
2e en 3e. onttrekken aan de werkzaamheden, voorwaar
delijk gestraft met boete van f 0,26;
le. 35 minuten onnoodig tijdsverzuim, gestraft met boete
van f 0,30;
In 10 gevallen, dat straf was opgelegd, kwamen de werk
lieden in beroep bij het Scheidsgerecht.
8e. stukrijden van een winkelruit en beschadigen vaneen
gevel, gestraft met schadevergoeding van f 20,—
9e. beschadiging van dienstschoeisel, gestraft met schade
vergoeding van f 0,35;
10e. diefstal van afval, gestraft met vermindering van het
weekloon met 'Ao gedeelte gedurende 6 weken.
5e. diefstal van afval, gestraft met vermindering van het
weekloon met */6 gedeelte gedurende 4 weken
6e. onbehoorlijk gedrag tegenover het publiek, gestraft met
boete van f 0,50;
van de
In 3 gevallen werd de straf verminderd en gebracht op:
geval sub 1, voorwaardelijke straf van f 0,26 boete;
,8, schadevergoeding f 5,—
10, vermindering van het weekloon met 11<>
deelte gedurende 2 weken.
In het geval sub 4 werd de straf verhoogd op f 0,50 boete,
terwijl in het geval sub 9 kwijtschelding volgde
opgelegde straf.
De overige straffen werden door het Scheidsgerecht ge
handhaafd.
Een overzicht van de straffen over de jaren
geeft bylage G.
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.