22
2
a.
f-
dit gezi"
c.
d.
Organisatie.
De ontsmettingsdienst is belast met:
de administratie van de aangiften van besmettelyke
ziektegevallen door de geneesheeren en de mededeeling
ervan aan verschillende autoriteiten;
het aanhechten en afnemen van het kenmerk, bedoeld
in art. 20 der Wet van 4 December 1872 (Stbl. 134
het vervoer van lyders aan een besmettelijke ziekte;
het ontsmetten van woningen en goederen
het verrichten van alle overige werkzaamheden den
Ontsmettingsdienst rakende
het vervoer van onbekende lyken.
Onder leiding en toezicht van den Directeur is de zorg
voor de uitvoering der dagelyksche werkzaamheden opge
dragen aan een hoofdopzichter 2e klasse, die hierin, en wel
meer bijzonder voor het toezicht op de ontsmettingswerk
zaamheden, wordt bygestaan door een opzichter en een
voorman. By samenvallen van veel ontsmettingen worden
aan hen bovendien een of meer assistent-opzichters toege
voegd. De administratie wordt gevoerd in twee lokalen
van het bureau van den Gemeentelyken Reinigingsdienst.
De ambtenaren behooren allen tot het ambtenaren-personeel
van den Gemeentelyken Reinigingsdienst.
De betrekking van Medicus-adviseur, bedoeld in Art.
der Verordening voor den Gemeentelyken Ontsmettingsdienst.
wordt vervuld door den heer 8. A. W. Vryand, arts.
De organisatie, zooals die in de beide vorige verslage'1
is omschreven, werd uitgebreid met dezen maatregel, dat
voortaan telkens, wanneer een lijder aan een in de Vet
van 1872 genoemde besmettelyke ziekte uit een andeie
gemeente in deze gemeente wordt ingevoerd, zonder dat
de Burgemeester hiervan overeenkomstig art. 9 van g'
noemde Wet door zyn ambtgenoot was in kennis gesteld,
aan dezen laatsten bericht gegeven wordt. Mede wordt dt
Burgemeester van een andere gemeente in kennis geste
van het voorkomen van een in de Wet van 1872 genoent
besmettelyke ziekte in een in de gemeente '9-Gravenh‘V
wonend gezin, wanneer het blykt dat leden van
scholen in die andere gemeente bezoeken.
VERSLAG GEMEENTELIJKE ONTSMETTINGSDIENST.
b.
e.