25
I’
4
VERSLAG GEMEENTEARCHIEF' EN -BIBLIOTHEEK.
van een der bezoekers, den heer J. C. Vermaas, die op zich
nam eenige Scheveningsche registers te bewerken, en daar
mede reeds voor een groot deel gereed kwam. Op deze wijze
waren op 31 December ongeveer 15000 fiche’s beschreven,
welke volgens een systeem zijn ingericht, dat zooveel gegevens
als eenigszins mogelijk is binnen het bereik der onderzoekers
brengt. Begonnen werd niet de registers van ondertrouw
en trouw’, waarvan er op 31 December 7 bewerkt waren.
Ook met de beschrijving van de losse stukken behoorende
tot de boedels in administratie bij de Weeskamers werd
goed opgeschoten. De heer van der Meer van Kuffeler, die
deze arbeid bereidwillig op zich genomen heeft en die haar
met uitnemenden zorg en tot mijne volkomen tevredenheid
verricht, heeft gedurende dit verslagjaar een getal van 400
boedels bewerkt, zoodat er in het geheel van ongeveer 1700
boedels de bescheiden geordend zijn in onderling verband en
in overeenstemming met de Registers waarin Weesmeesters
het beheer der boedels boekten. Men krijgt een denkbeeld
van de omvangrijkheid van dezen arbeid als men weet, dat
de hoeveelheid nog ongeordende stukken zeker nog ver
scheidene malen grooter is dan die welke bewerkt werd.
Het materiaal dat op deze wyze, zy het dan ook slechts
geleidelijk, binnen het bereik der archief-onderzoekers wordt
gebracht is den arbeid echter ten volle waard. Moge het
op het eerste gezicht vooral voor genealogische nasporingen
belangrijk schijnen, bij nadere beschouwing zal het blijken,
dat het voor het economisch leven vooral der Haagsche
middenklasse een rijkdom van gegevens biedt en zoodoende
voor de kennis ook der sociale struktuur onzer stad belang
rijken bouwstof levert.
Niet minder belangrijk uit hetzelfde oogpunt zijn, ik heb
daarop reeds vroeger gewezen, de notarieele archieven,
welker bewerking door de Vereeniging „Die Haghe” onder
mijn toezicht geschiedt, terwijl de gereedkomende fiche’s-
klapper terstond tot onze beschikking staat, zoodat door mij
op tal van vragen uitvoerig antwoord gegeven kan worden,
terwijl ook de bezoekers daarvan veel profijt hebben. Dit is
de reden dat ik dezen nuttigen arbeid, die tot nu toe. gereed
kwam voor alle notarissen over het tijdperk 15971650, en
voor de meeste uit de volgende 10 jaren, hier dankbaar
vermeld.
Voor de archieven na 1813, waarvan de schifting der
stukken reeds in 1911 was begonnen, is dit werk gedurendt
het geheele jaar voortgezet en nog niet ten einde gebracht.
Dat ligt niet aan de hoofdseriën, welke compleet en reeds
voorlang geordend zijn, doch aan de zeer groote massa losse
stukken afkomstig van de vaste commission, welke dooreen