1. Beheer. VERSLAG van den Staat der Gemeente-Bank van Leening te ’s Gravenhage, over hel jaar 1912. De Bank van Leening wordt beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door eene Raadscommissie welke op 1 Januari 1912 bestond uit de heeren Mr. A. J. E. A. Bik, L. Hoejenbos. Mr. Th. H. de Meester, A. J. 0. Baron van Pallandt, J. A. Sillevis L. Wzn. en 0. D. Wesseling, onder voorzitterschap van den heer H. de Wilde, Wethouder van den Burgelyken Stand en het Armwezen. De heer A. J. C. Baron van Pallant, die sedert 1 September 1885 onafgebroken, eerst als Commissaris, en na de'reorga nisatie, in 1908, als lid der Commissie van Bijstand tot de Bank in betrekking stond en veel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling dezer instelling, gaf in de Raadsvergadering van den 8 September 1912 zijn verlangen te kennen niet meer als lid te worden herkozen. In diens plaats werd in dezelfde Raadszitting benoemd de heer Mr. J. Akkerman. Het Secretariaat bleef opgedragen aan Mr. J. M. J. van Rossem, Hoofdcommies ter Gemeente-Secretarie. 2 Algemeen overzicht. In verband met het streven om de Gemeentelijke Bank van Leening zooveel mogelijk aan haar doel te doen beant woorden door het stichten van Bijkantoren in verschillende stadsgedeelten, werd een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het oprichten van een derde en vierde U Kantoor, respectievelijk aan de Koningin Emmakade en in e Nieuwe Havendwarsstraat, hoek Lamgroen, door den Fehuenteraa° g°edgekeurd in de vergadering van den 29 in^A aan^este(Rng van den bouw van genoemde kantoren had Augustus d.a.v. plaats, zoodat aan het einde van het jaar Bijlage 28

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 866