28
8
3. Beleende panden.
Totaal
Totaal
1910
ontvangst in dat jaar, dus slechts voor een gedeelte van het
jaar, daardoor eene vermeerdering onderging, terwijl die in het
jaar 1912, over het geheele jaar daardoor hooger werd.
Totaal
Minder
Meer
gehouden statistiek waren de beleensommen
zilver-, linnen-, wol- en diverse panden ver-
7320
1910
914.508,25
296.602,75
19.675,50
339.475,28
229587 ad f 1.570.261,78
125680 ad f
100085
250
3572
Panden.
1910
Evenals het vorige jaar nam het aantal beleeningen toe
en bedroeg dit jaar 234997 panden ad f 1.616.486,53 tegen
229587 panden ad f 1.570.261,78 in het vorige jaar; eene
vermeerdering dus van 5410 panden ad f 46.224,75.
Voor verschillende soorten van panden waren de bedragen
als volgt:
Goud- en Zilverpanden
Linnen-, Wol- en' diverse panden
Effecten
Pensioenen
Bovenstaande cijfers waren voor 1911:
Goud- en Zilverpanden
Linnen-, Wol- en diverse panden
Effecten
Ponsioenen
„panden.
Effecten
Pensioenen
315.592,—
22.902
372.054,28
234997 ad f 1.616.486.53
Voorschot.
f 8570,—
f 18.989,25
3.226 50
32.579,—
f 54.794,75 f 8570,-
8.570,—
5410 panden ad f 46.224,75
123770 ad f 905.938,25
107132
254
3841
I Goud- en Zilverpanden
Linnen-, Wol-en diverse
7047
4
269
en wijzen dus een verschil aan van
volgens de
,>Xde g°"d-,
deeld als volgt:
VERSLAG DER GEMEENTES ANK VAN LEENING
Meer Minder
dan in 1911.
Meer Minder
dan in 1911.