Bijlage 28 HI. 1°. 33.637 24.726 Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hier- 2.870.276,55 het einde van het 318.813,51 het einde van het 6.961,43 f 4.650.028,36 Neen. Neen. f 4.187.333,78 2.891.518,20 886 11.548 15.063 5.873 267 één gulden Aanlal inlagen van f Geheel bedrag der waarden van de bank aan het einde van het boekjaar Is in het afgeloopen jaar ook verandering gebracht in den rentetax? i ^00 ja, wat was aan het einde des boekjaars het bedrag van den rentetarwaarnaar aan I de inleggers rente wordt toegekend? het kapitaal der bank geheel of ten deele 1 geplaatst in een andere spaarbank ja, tot welk bedrag aan het einde des ^ekjaars? en in welke spaarbank? 115.677,99 ?LÏ94.529,97 1 tot beneden f n Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden 1Ó 100 1000 1000 en hooger OPGAVEN omtrent de spaarbank te's-Gravenhage, gesticht door het Departement ’s-Gravenhage der Maatschappij „Tot Nut van het Algemeen", over het boekjaar 1912. onder ook op te nemen de aan de inleggeis uitbetaalde rente) Tegoed der inleggers aan boekjaar Bedrag van het reservefonds aan het einde van het boekjaar Overige crediteuren aan boekjaar Geheel bedrag der waarden Totaal van gedaan Aantal uitbetalingen aan inleggers in net dock- jaar gedaan Tegoed der inleggers in het begin van het boekjaar Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar. (Hieronder niet op te nemen de rente, die bij het te goed is gevoegd). Rente aan de inleggers toegekend a 23/4 en 2 °/0 (onverschillig of die rente is uitbe taald, dan wel by het tegoed is gevoegd) 4.324.253,42 10 n 100 n het aantal inlagen in het boekjaar aan inleggers in het boek- ri n Iwxz -

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 905