36
yan die c—
Algeme®
ware 1
I en
van
Het verleenen der ten dezen aangevraagde vergunning werd
mitsdien ernstig ontraden.
Omtrent de in het vorig jaarverslag vermelde poelierderij
aan de Tasmanstraat berichtten Burg, en Weth. dat vanwege
den eigenaar van het betrokken perceel de vereischte voor
zieningen waren getroffen en dat de inrichting thans niet
langer aanleiding tot klagen gaf.
Naar aanleiding van een ingekomen klacht bleek, dat op
een terrein van ongeveer 68 by 33 M., gelegen tussehen de
Riouwstraat en de R.-K. Begraafplaats, een inrichting tot
liet mesten en slachten van gevogelte is gevestigd. Op dat
terrein bevonden zich tijdens het onderzoek een paar duizend
kippen, opgesloten in hokken, benevens een duizend eenden
en verder gevogelte.
hi een loods, welke tot slachtplaats dient, zijn twaalf man
I den ganschen dag bezig met het slachten van vogels, waar
van wekelijks nieuwe bezendingen worden aangevoerd. Het
behoeft geen betoog, dat een inrichting van dezen omvang,
welke af en toe de geheele buurt verpest, als hinderlijk
I voor de omgeving is aan te merken. De inrichting valt
i naar de meening der Commissie onder art. 2, sub VII of X
der Hinderwet; in elk geval zou er aanleiding bestaan daar
omtrent een rechterlijke beslissing uit te lokken. Eventueel
bij gemeentelijke verordening te bepalen, dat het ver-
■-'i zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester
- ethouders als bedrijf eene mestery of eene slachterij
i '<>n gevogelte of andere dieren, niet vallende onder de ver-
ordening betreffende het oprichten, hebben of gebruiken
',U1 slachterijen, op te richten of in werking te houden,
Burgemeester en Wethouders dan bevoegd zouden
®o( ten worden verklaard aan de te verleenen vergunningen
1,1 "aarden te verbinden; een bepaling dus in den geest
omtrent het mesten en houden van varkens (art. 210
me Politieverordening).
‘llt he noodzakelijkheid van het nemen van maat-
twiif i'1 *n ^ezen’ ^an> naar het oordeel der Commissie, geen
iii^rp '"‘staan. Ook het belang der volksgezondheid eischt
van1J'" 11 'n ^ezen toestand, daar dergelijke opeenhoopingen
111 bederf onderhevigen dierlijken afval in de bebouwde
18
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
Wen is