36 13 vergum Wethouders werden en F kom der oorzaken, Hinderwet, is ons weigering der 'el Overheidsweg*3 gemeente niet slechts hinder en luchtbederf ver- maar bovendien broedplaatsen zyn van vliegen en andere insecten. Aan Burgemeester en Wethouders werd in overweging gegeven om in den aangegeven zin aan de rechtmatige klachten over hinder van de hierbedoelde inrichting te gemoet te komen. Voor het in ons vorig .jaarverslag vermelde lompenpak huis aan de Brouwersgracht werd door den belanghebbende vergunning gevraagd tot het oprichten van een beenderen bewaarplaats in hetzelfde perceel. In deze inrichting bleken sinds jaar en dag zonder ver gunning beenderen te zijn bewaard op een open plaats en in een zich daarop bevindend open getimmerte. Geadviseerd werd de vergunning te verleenen voor een proeftijd van ten hoogste een jaar, zulks onder strenge voorwaarden, be treffende het reinigen van de te maken beenderenkluis, de hoogte van den luchtkoker van die kluis en de maximum hoeveelheid te bewaren beenderen. In het begin van 1913 werd door Burgemeester en Wet houders de ten dezen gevraagde vergunning zonder proeftijd verleend, waarbij onder meer als voorwaarde werd gesteld dat de hoeveelheid aanwezige beenderen het gewicht van 1000 K.G. niet mag overschrijden. In den loop van het verslagjaar werden 17 nieuwe ver gunningen voor het oprichten van bewaarplaatsen van lom pen en beenderen aangevraagd. Ten opzichte van 5 diet aanvragen werd dezerzijds ongunstig geadviseerd. On'1'1 deze laatste aanvragen waren er twee, welke voor detect m maal en ééne, welke voor de derde maal gedaan wei dm. terwyl intusschen de zaken in de betrokken inrichting <’l den ouden voet werden voortgezet. Waarom in derge i| gevallen door het Gemeentebestuur geen toepassing gegeven aan het bepaalde by art. 21 der niet duidelyk. Inrichtingen, welke na gunning in werking blyven, behoorden van te worden gesloten. Door Burgemeester 14 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. T- wordt

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1912 | | pagina 984