36
26
j
b
toegelaten, wanneer de afstand tusschen de gebou
wen minder dan 10 M. als minimum bedraagt, terwijl
naar onze meening by een afstand van 10 M. of
meer alleen zou moeten wrorden toegelaten, dat
men de gestelde grens overschreed ten behoeve
van het aanbrengen van stoepen en bordessen.
Verder wordt in dit artikel voorgesteld, dat uw College
ook voor bijgebouwtjes vrijstelling zal kunnen verleenen,
zulks echter alleen, wanneer die bijgebouwtjes een
oppervlakte hebben van niet meer dan 5 M2.
Deze bepaling zal zoowel het plaatsen van flinke
berghokken en ruime tuinhuizen, als het bouwen
(op groote terreinen) van stallen of garages beletten.
Het komt ons noodzakelijk voor hier aan uw College
de bevoegdheid toe te kennen om voor vrijstaande
bijgebouwtjes in het algemeen vrijstelling te verleenen.
Uw College kan dan voor elk bijzonder geval beoor-
deelen of het geprojecteerde bijgebouwtje zonder be
zwaar toelaatbaar is. Wy gaan hierby uit van de
veronderstelling, dat berghokken en tuinhuizen, mits
zoo geplaatst of ontworpen, dat zy niet hinderlijk
zyn te achten, gereedelyk kunnen worden toegestaan,
maar dat ten opzichte van andere bijgebouwen
steeds nauwlettend zorg zal worden gedragen, dat
zy geen hinder voor de omgeving kunnen opleveren.
VIL Ten opzichte der gevels kan naar ons oordeel
worden volstaan met de bepaling, dat alle gevels de
goedkeuring van uw College behoeven. Daarmede kan de
bepaling omtrent afwerking en blinde muren vervallen.
VIII. Voor de afscheiding der terreinen van den
openbaren weg zou kunnen worden volstaan met den
eisch van een doorzichtig hek op steenen voet ter goed
keuring van uw College. De vrijstelling, waarvan ge
sproken wordt in art. 5, 2 kan dan vervallen.
Maar artikel 5 zou nog moeten worden aangevuld
met de bepaling, dat de terreinen ook onderling tot op
een bepaalden afstand uit den openbaren weg moeten
worden afgescheiden door een doorzichtig hek.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.