17
I
Dekkleeden en tenten fabricage. Hieromtrent werd van de
N.V. Nederl. Dekkleeden Tentenfabriek v/h. J. L. Werner
bericht ontvangen, dat over 1913 de bedrijfsresultaten der
Vennootschap over het algemeen gunstig waren. Behalve in
Den Haag heeft deze zaak een groot afzetgebied over geheel
Nederland en werden meerdere orders van export naar
Indië en Zuid-Afrika uitgevoerd.
Mandenfabricage. Medegedeeld kon worden dat de toestand
in de mandenfabricage een weinig achteruitgaand is, waarvan
o.m. de oorzaak te vinden is in de concurrentie van het
platteland waar goedkoopere werkkrachten zijn te vinden,
en door de stijging van het arbeidsloon hier ter stede.
op zich zelf bevredigend en meer loonend dan andere jaren
was, vooral door de toestand in Portugal normaler en rus
tiger was.
De biunenlandsche omzet was voortdurend goed, echter
verslapte in de laatste maanden van 1913 zeer merkbaar,
De export handhaafde zich, maar had wel te ijjden door
de slapte in vele bedrijven in Duitschland.
Door genoemde firma worden kurken gefabriceerd, maar
vooral handel gedreven in kurken en kurkhout door geheel
Europa met eigen kantoren te Antwerpen, Batavia, Soerabaia
en binnen kort te Lissabon. Zeer veel werd geëxploiteerd,
moeilijkheden kwamen niet voor, opmerkzaam was echter
de vele aanvragen uit de Levant. De prijs der grondstof
is steeds stijgende, doch de gunstige koers gaf weder ver
goeding, over het algemeen was het een veel rustiger jaar
om te koopen dan 1912.
De prijs der afgewerkte producten kan niet opgevoerd
worden, doch de qualiteit die voor het geld gegeven wordt
is achteruit gegaan en verlangen vele afnemers een betere
qualiteit, respectievelijk wenschen een hoogeren prijs te be
talen, hetgeen een dringende eisch geworden was.
Invoer van het buitenland heeft er steeds plaats en is
daarin geen verschil met vroeger gekomen.
Houthandel en houtzagerijen. Betreffende dit bedrijf kan
worden gemeld, dat tengevolge van de hooge en stroeve
geldmarkt, welke het bouwen belemmerde, de resultaten
over 1913 minder dan middelmatig moeten worden be
schouwd. De bouw van arbeiderswoningen stond nagenoeg
stil en ook van burgerwoningen en hoerenhuizen was de
aanbouw matig; de goedkeuring der bouwplannen „Wijk VII”
en „Duinrust” bracht hierin in de tw’eede helft van het jaar
meer levendigheid. Groote bouwwerken in het centrum der
8
VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 34