1
36
Omtrent sommige onderwerpen, die meer uitvoerige be
spreking vereischen, volgen hieronder eenige mededeelingen.
A. Onteigening in het belang der volkshuisvesting.
Blijkens het vorige jaarverslag, was in 1912 door Burge
meester en Wethouders aan de Commissie verzocht, het
beredeneerd verslag, bedoeld bij art. 79, al. 2, der Onteige
ningswet, uit te brengen omtrent een tweetal te onteigenen
complexen, gelegen:
1°. aan de Pronkstraat, de Weststraat en omgeving te
Scheveningen (omvattende 342 woningen);
2°. aan de Gedempte Gracht, de Bezemstraat en de St.
Jacobstraat (omvattende 78 woningen).
In hetzelfde verslag is vermeld, dat de Commissie aan het
Gemeentebestuur verzocht om verstrekking van eenige ge
gevens, noodig voor een behoorlijke beoordeeling van den
toestand en de ligging der betrokken pereeelen.
Deze gegevens mocht de commissie in den loop van 1913
ontvangen. Vervolgens hebben de daartoe aangewezen
Commissieleden de woningen bezocht en bericht van hunne
bevindingen uitgebracht. Daarop is door de geheele Com
missie van de stukken kennis genomen en zijn de beide
beredeneerde verslagen vastgesteld en aan Burgemeester en
Wethouders ingezonden.
Met betrekking tot de voorgenomen onteigening te Scheve
ningen werd door ons, in een begeleidend schrijven, de
aandacht van Burgemeester en Wethouders er op gevestigd,
Een voor de Gemeente gewichtige beslissing is dit jaar
gevallen door de beschikking der Kroon op verschillende
bezwaren, door belanghebbenden ingebracht tegen het door
Gedeputeerde Staten goedgekeurde uitbreidingsplan. Hierbij
is, met handhaving overigens van het goedkeuringsbesluit
van Gedeputeerde Staten, de aanwijzing van een aantal
particuliere gronden als villa-park, plantsoen en speelterrein
ongedaan gemaakt en is het terrein ten Noordwesten van
den Waalsdorperweg, in beheer bij het Departement van
Oorlog, uit het plan gelicht.
Belangrijke beraadslagingen werden aan het einde des
jaars in den Gemeenteraad gehouden omtrent de voorge
nomen stichting van een kantoorgebouw op villa-terrein
aan het begin van den Scheveniügscheweg. Uit het verloop
dezer zaak bljjkt, dat het Gemeentebestuur ijverig waakt
tegen inbreuk op den ruimen aanleg, die omstreeks de helft
der 19de eeuw aldaar en in de omgeving door de toenmalige
bestuurders is tot stand gebracht.
11
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.