1 36 15 Op het tegen den grond gegooide gedeelte van het com plex sticht de Gemeente nieuwe woningen, waarin zij de bewoners van het volgend deel van het te onteigenen com plex kan onderbrengen, enz., totdat zy heeft opgeruimd, wat aan krotten in het oude Scheveningen aanwezig is. Dit is een werk van jaren, maar daaraan behoort gestadig te worden voortgewerkt. In Scheveningen was dus, mag men zeggen, het eerst noodige de bouw van minimum-woningen, ten einde te kunnen voortgaan met onbewoonbaarverklaring en onteigening. En dezerzyds is dan ook sterk aangedrongen op het leggen van een nauw verband tussehen den bouw aan het Kolenwagen slag en de onbewoonbaarverklaringen te Scheveningen. Moet daar nu echter uit volgen, dat men op het terrein van het Afvoerkanaal zich in dezelfde richting behoort te bewegen? Geenszins. Men had behooren na te gaan of op dit nieuwe terrein niet mogelyk was een bouw van heel andere soort. Naar onze meening had men moeten trachten op dit terrein iets goeds op het gebied van arbeiderswoningbouw te leveren. Hier behoorde een voorbeeld te worden gegeven, aangepast aan de behoeften tier Scheveningsche bevolking, van een goeden, Hinken, practischen bouw van arbeiders woningen van de betere soort. Hier althans had men niet zoo streng moeten vasthouden aan den voor Scheveningen zoo weinig geëigenden bouw van boven- en benedenwoningen, en had men recht moeten laten wedervaren aan den eisch van één gezinshuizen. Of zou dat alles moeten afstuiten op de kosten en is er te Scheveningen niet een gezeten arbeidersstand, die een betere woning kan betalen, zoodat woningen van f 1.50 per week in dit plan onmisbaar zouden zyn? Het is reeds van te voren niet aan te nemen, vooral wanneer men in aanmerking neemt dat de huurprijzen van de kleine Scheve ningsche woningen aanmerkelijk gestegen zijn, zoo zelfs dat nu reeds voor een oude Scheveningsche éénkamerwoning met zolder 1.75 tot f 2.25 per week betaald wordt. Ook mogen wy in dit verband herinneren aan het bouw plan van de „toegelaten” vereeniging „de Goede Woning”, hetwelk ééngezinshuizen bevatte, welke f 2.60 per week moesten opbrengen, terwyl, gelyk men weet, „de Goede Woning” een soort van coöperatieve vereeniging was en zich van te voren verzekerd had van de deelneming van de toekomstige bewoners. Zijn onze inlichtingen juist, dan kan zonder twijfel een deel van de Scheveningsche visschersbevolking en wat daar aan annex is, als schippers, kuipers, taanknechts, scheeps- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1101