r 36 -- 20 11. 12. Door Burgemeester en Wethouders werd het advies der Commissie gevraagd omtrent de onbewoonbaarverklaring van de volgende woningen: De eigenaar der onder 2 genoemde woningen kwam in beroep by Gedeputeerde Staten, die echter de onbewoonbaar verklaring handhaafden. Geest no. 48 (1 woning). Geest nos. 51/51a (1 woning). Voldersgracht no. 72 (3 woningen). Zuilingstraat nos. 80—82, vroeger nos. 14—16(2 woningen). 8. 9. 10. 1. 2. 3. 4. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Nieuwe Molstraat no. 85 (1 woning). Lange Beestenmarkt no. 138 (1 woning). Kalkoenstraat no. 14 (1 woning). .lagerstraat no. 12 (1 woning). Lange Beestenmarkt nos. 213227 (8 woningen). Nieuwe Molstraat no. 53 (1 woning). Westeinde nos. 271297 (14 woningen). Spui nos. 197199; 203/205a (3 woningen). Ryswykscheweg no. 164 (1 woning). Hooftskade nos. 159 en 180 en de éênkamerwoning van no. 181 (8 woningen). De la Reykade nos. 81a, 82, 84 en ongenummerd (4 woningen). Prinsegracht nos. 102, 104 en 106 (3 woningen). In al deze gevallen werd aan Burgemeester en Wethou ders tot onbewoonbaarverklaring geadviseerd. Het voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de onder 5 en 7 genoemde perceelen was het gevolg van het niet voldoen aan de destijds uitgevaardigde aanschrijvingen tot verbetering. De onder 7, 11 en 12 genoemde zaken waren aan het eind van het verslagjaar nog bij Burgemeester en Wethouders in behandeling; in de overige gevallen werd de onbewoonbaar verklaring door den Raad uitgesproken. De eigenaren van de onder 2, 5 en 8 gemelde perceelen kwamen vruchteloos by Gedeputeerde Staten in beroep, terwyl de onbewoonbaarver klaring van het perceel Kalkoenstraat no. 14 in hooger beroep vernietigd werd. Ten opzichte van de in het vorig verslag gemelde onbewoonbaarverklaringen, waaromtrent door Burgemeester en Wethouders het advies der Commissie werd gevraagd, kan nog vermeld worden, dat de Raad de onbewoonbaar verklaring uitsprak van de volgende woningen: VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. siSssSs,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1106