36 I i 30 VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. Mede had de Commissie te adviseeren omtrent eene voor genomen wijziging der „Verordening op het slachten van vee en op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vleesch en den handel daarin in de Gemeente ’s-Gravenhage”. Het ontwerp gaf de Comissie aanleiding tot enkele op merkingen. Wat betreft, vooreerst, de voorgestelde aanvullingen van art. 3, dat aan particulieren de vryheid geeft om in de maanden October, November of December voor eigen ge bruik, elders dan in het Openbaar Slachthuis, vee te slachten, Het ontwerp van Burgemeester en Wethouders is intusschen door deze ongewijzigd gehandhaafd en door den Gemeente raad aangenomen. Dat eenige aandacht is geschonken aan het advies onzer Commissie, is ons niet gebleken. leend Wordt de bepaling geschrapt, dan vervalt dit voor behoedmiddel tegen de vestiging van dergelyke luchtver- pestende bedryven in de stad. Zoolang dus niet de Raad ingevolge art. 4 sub 2° der Hinderwet een bepaalde plaats of gedeelte der gemeente heeft aangewezen voor die inrich tingen, achten wij het uit hygiënisch oogpunt zeer bedenke- lyk, deze preventief werkende bepaling uit de verordening te doen verdwijnen. Wat eindelijk de drogeryen van dierlyke stoffen aangaat, komt ons blykens het bovenstaande, de schrapping daarvan niet uoodzakelyk voor. Alleen verdient het wellicht aanbe veling, duidelyker te doen uitkomen, dat het niet de bedoe ling is, drogeryen van visch onder de bepaling te begrypen. Wy zouden mitsdien het belang der hygiëne het meest gebaat achten, indien artikel 1 der verordening werd gelezen als volgt: „Voor het oprichten, hebben of gebruiken van slachteryen „of vilderyen van vee, penserijen of drogerijen van dierlijke „stoffen, met uitzondering van visch, huidenzouteryen, darm- „slijmerijen, inrichtingen, bestemd tot bewaring of verwer king van dierlijken afval met uitzondering van beenderen bewaarplaatsen, of van bloed, met uitzondering van bloed- „w’orstmakeryen, wordt het terrein van het Openbaar „Slachthuis aangewezen, behoudens het bepaalde in het volgend „artikel." Art. 2 wordt dan gelezen: „Het is verboden elders dan „op het terrein van het Openbaar Slachthuis eene der in „art. 1 bedoelde inrichtingen op te richten, te hebben of te „gebruiken, tenzij daarvoor krachtens artikel 4 sub 2° der „Hinderwet eene andere bepaalde plaats of gedeelte der ge- „meente is aangewezen'

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1116