37 2 Met den ombouw volgens dit gewijzigd project is in Maart 1913 aangevangen. bouwplannen, die tot eenigerlei bedenking aanleiding gaven. Meer en meer wordt het gewoonte, dat de belanghebbenden vooraf de Commissie raadplegen omtrent plannen, waarvan zij kunnen vermoeden, dat haar oordeel door Burgemeester en Wethouders zal worden gevraagd. Dit leidt tot bespoe diging en heeft voor de ontwerpers het groote voordeel, dat de plannen voorloopig in schetsvorm aan het oordeel der Commissie kunnen worden onderworpen om in defini- tieven vorm by het Gemeentebestuur te worden ingediend, nadat het overleg met de Commissie heeft plaats gehad. In eenige gevallen, dat zeer onbeholpen en in geenen deele voor goedkeuring vatbare ontwerpen aan haar oordeel werden onderworpen, heeft de Commissie aan de betrokken bouwers een schets verstrekt voor een verbeterde oplossing aangezien afkeuring zonder meer ten gevolge zou hebben, dat opnieuw een absoluut onvoldoend ontwerp zou worden ingediend. De Commissie meent hierdoor eenigszins te werken in de richting van een „Bauberatungsstelle” gelyk die in Duitschland in verschillende plaatsen reeds bestaan. De inrichting van zulk een bouwkundig advies-bureau zal op den duur ook hier ter stede noodig zyn, indien men voldoende nuttig effect wil verkrijgen van een van Gemeentewege uit geoefend, preventief aesthetisch toezicht. Tot de zaken, welke in het verslagjaar door de Commissie werden behandeld behoort ook de bouw van eenige huizen aan den Schuitenweg. Aan de gevelteekeningen van deze huizen was in 1912 conform het advies der Commissie door Burgemeester en Wethouders de goedkeuring onthouden. Desniettegenstaande waren de gevels naar de niet goed gekeurde teekening opgetrokken. Nadat door Burgemeester en Wethouders een voorstel by den Raad aanhangig was gemaakt om tegen den eigenaar dezer panden tot afbraak te procedeeren, werd door dezen opnieuw' een teekening ter goedkeuring ingediend. Deze kon, aangezien zy nagenoeg geheel met den uitgevoerden afgekeurden toestand overeen kwam, voor goedkeuring niet in aanmerking komen. Daarop werd ten verzoeke van B. en W. door de Commissie een teekening ingezonden, aangevende met welke wyzigingen als minimum naar hare meening genoegen zou kunnen worden genomen. Burgemeester en Wethouders, zich daarmede ver- eenigend, hebben den eigenaar doen weten, dat hunnerzyds met de aangegeven wyzigingen genoegen genomen zou worden. VERSLAG DER SCHOONHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1127