I 38 2 ’s-Gravenhage, 12 Mei 1914. Namens de Commissie van Toezicht, W. G. J. Verbaan, Secretaris. Het baden komt den algemeenen gezondheidstoestand der leerlingen zeer ten goede: daarby heeft het een indirekten gunstigen invloed op de reinheid der onderkleeding. Nu en dan werden kleine afwijkingen van den normalen lichaams bouw geconstateerd en soms ziekte-verschynselen. Na kennis geving aan de ouders der betrokken leerlingen werd door de eersten dan steeds medische hulp ingeroepen. Het bedienend personeel vervulde zyn taak naar behooren en trad tactvol tegenover de kleine baders op. De reinheid in het gebouw liet, evenmin als het uitwendig voorkomen, te wenschen over. Klachten over onjuiste behandeling van het linnen werden, na vaststelling van een nieuwe regeling voor het afhalen, niet meer vernomen. Het aanbrengen van een gemetselden vloer in de bergplaats en het lager stellen der electrische lampen in de badzaal zijn verbeteringen, die de Commissie met genoegen constateert. Wenschelijk acht zij nog verbetering van den afvoer van het spoelwater, terwijl zy niet mag vergeten, er op te wyzen, dat de vloer der badzaal in de cellen wel wat sterk helt, waardoor de baders op den glibberigcn bodem licht vallen. Aanbrenging van een ventilator in de badzaal acht zy noodig. VERSLAG GEMEENTELIJK SCHOOLKINDERENBAD.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1136