I
38
2
’s-Gravenhage, 12 Mei 1914.
Namens de Commissie van Toezicht,
W. G. J. Verbaan, Secretaris.
Het baden komt den algemeenen gezondheidstoestand der
leerlingen zeer ten goede: daarby heeft het een indirekten
gunstigen invloed op de reinheid der onderkleeding. Nu en
dan werden kleine afwijkingen van den normalen lichaams
bouw geconstateerd en soms ziekte-verschynselen. Na kennis
geving aan de ouders der betrokken leerlingen werd door
de eersten dan steeds medische hulp ingeroepen.
Het bedienend personeel vervulde zyn taak naar behooren
en trad tactvol tegenover de kleine baders op. De reinheid
in het gebouw liet, evenmin als het uitwendig voorkomen,
te wenschen over. Klachten over onjuiste behandeling van
het linnen werden, na vaststelling van een nieuwe regeling
voor het afhalen, niet meer vernomen.
Het aanbrengen van een gemetselden vloer in de bergplaats
en het lager stellen der electrische lampen in de badzaal zijn
verbeteringen, die de Commissie met genoegen constateert.
Wenschelijk acht zij nog verbetering van den afvoer van
het spoelwater, terwijl zy niet mag vergeten, er op te wyzen,
dat de vloer der badzaal in de cellen wel wat sterk helt,
waardoor de baders op den glibberigcn bodem licht vallen.
Aanbrenging van een ventilator in de badzaal acht zy noodig.
VERSLAG GEMEENTELIJK SCHOOLKINDERENBAD.