By lage 42
NOTA betreffende het Koninklijk Instituut van
Ingenieurs over 1913.
Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs nam wederom
toe in ledental.
Telde het volgens het verslag over 1912 op 31 December
1912 10 eereleden, 1498 gewone leden, 458 buitengewone
leden, te zamen 1966 leden, waarvan 205 behoorden tot de
Afdeeling Nederlandsch-Indië, op 31 December 1913 waren
deze getallen 10 eereleden, 1563 gewone leden, 469 buiten
gewone leden, te zamen 2042 leden, waarvan 207 behooren
tot de Afdeeling Nederlandsch-Indië.
De vergaderingen van het Instituut en van de verschil
lende Afdeel ingen werden druk bezocht.
Verschillende onderwerpen kwamen aan de orde in de
Algemeene Instituutsvergaderingen, zooals: irrigatiewer-
ken in de vlakte van Konia; mededeelingen omtrent Neder-
landsch-Indië; gasverlichting; zuivering van afvalwater;
spoorwegen in Zuid-Sumatra; proefstations in de Ver-
eenigde Staten.
In de vergaderingen der Afdeelingen kwamen de vol
gende onderwerpen aan de orde: rioleering van Amster
dam; bouw van het Duitsch museum te München; modern
huisraad van de fabriek „Onder den St. Maarten”; Weston-
meetinstrumenten voor het gebruik in centrales; brand-
weertelegraaf; Middelbare Technische School te Dordrecht;
aanleg van de spoorlijn Eindhoven—Weent; verband
tusschen belasting, spoorstaafprofiel en aantal dwarslig
gers; Westlandsche stoomtram; ongeval van de „Titanic”
en waterdichte indeeling van groote mailbooten; scheeps-
weerstand en scheepsschroeven; geschiedenis van het
stoomwezen; machinaal vormen in de ijzergieterij.
De feestvergadering werd gehouden te Aken en Heerlen,
zij was in hoofdzaak gewijd aan een bezoek aan de boven-
grondsche werken der Staatsmijnen.
Voor het jaar 1913/1914 werden wederom beurzen ver
strekt uit hei Vrouwe Janssens Arriëns Fonds aan dezelfde
jongelieden, die voor hun studie aan de Technische Hooge-