9 VERSLAG COMITÉ VOLKSFEESTEN'. Burgemeester cn Wethouders van ’s-Gravenhage, v. Karnebeek. De Secretaris, M. van Reenen. Van Heeren Burgemeester en Wethouders moeht het volgend schrijven worden ontvangen: ’s-Gravenhage, 8/12 September 1913. Aan het Comité voor de luisterrijke viering van het Eeuwfeest van Neèrlands 'Onafhankelijkheid te 's-Gravenhage. „Het zaJ voorzeker met groote voldoening zijn, wanneer Uw Comité terugziet op hetgeen onder zijne leiding is tot stand gebracht bij de herdenking van het eeuwfeest van het herstel onzer onafhankelijkheid. Op de hoogst belangrijke historische tentoonstelling, ge houden in de zalen der Academie van Beeldende Kunsten, is gevolgd het zoo uitnemend geslaagde, indrukwekkende feest aan de duizenden schoolkinderen in den Koekamp en de bekroning zijner bemoeiingen vond Uw Comité in den historischen optocht, die, al hebben geheel onvoorziene om standigheden belet hem te doen zijn geheel zooals Uw Comité zich had voorgesteld, toch inderdaad luisterrijk mag genoemd worden. Wy stellen het op prijs, Uw Comité geluk te wenschen met het welslagen van hetgeen het heeft gewrocht en over tuigd daarbij de tolk te zijn van den Gemeenteraad en de burgerij van ’s-Gravenhage, brengen wy Uw Comité en de verschillende sub-Comité’s, die het terzyde stonden, onzen hartsgrondigen dank voor de moeiten en zorgen, die zij zich gedurende zoo langen tyd hebben getroost, ten einde de viering van het eeuwfeest van het herstel van onze onaf hankelijkheid schitterend te doen zijn, gelijk zij was”. Mag alzoo worden teruggezien op een welgeslaagde feest viering, onvolledig zou de opsomming der feiten zijn, indien hier ter plaatse niet herdacht werden allen, die op zoo krachtdadige wyze tot de uitvoering van de verschillende plannen hebben medegewerkt en inzonderheid ook de Ge meenteraad, de ingezetenen en verschillende vereenigingen en maatschappijen, die door zoo ruimen tinanciëelen steun de uitvoering ervan mogeljjk maakten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1165