I
Bijlage 51
Toestand Gebouw.
a.
1
VERSLAG aan Zijne Excellentie den Minister van
Binnenlandsche Zaken over den toestand van het
Koninklijk Conservatorium voor Muziek te ’s-Gra-
venhage over het jaar 1913.
De door de Commissie in het vorig jaar aangewende
poging om het gebouw van den Haagschen Schouwburg,
voor Conservatorium bestemd te krijgen, mislukte tengevolge
van de van haren wil onafhankelijke omstandigheid, dat de
schouwburg wederom zyne vroegere bestemming zal her
krijgen. Op verbetering van den langzamerhand onhoudbaar
wordenden gebrekkigen toestand van het gebouw blijft de
Commissie hare aandacht gevestigd houden.
b. Onderwijzend- en dienstpersoneel.
Aan de leerares in het harpspel, Mevrouw Rutters, werd
op haar verzoek eervol ontslag verleend bij Ministerieel
besluit van den 24sten Mei 1913. In hare plaats werd by
besluit van de Commissie van Toezicht Mejuffrouw Rosa
Overeenkomstig het voorschrift van art. 9 van het Regle
ment hebben wij de eer Uwe Excellentie het navolgende
te berichten:
De Voorzitter der Commissie van Toezicht, Gep. Luit. Gen.
A. Kool, zag zich tot zijn leedwezen in den aanvang van
het jaar 1913 om gezondheidsredenen genoodzaakt aan Uwer
Excellence's ambtsvoorganger, ontslag te vragen uit zijne
functie, welk ontslag hem bij besluit van den 26sten Februari
1913 op de meest eervolle wijze werd verleend. In de ver
gadering van den 5den Maart 1913 nam Mr. H. Graaf van
Hogendorp, door de leden der Commissie van Toezicht
daartoe aangewezen, den voorzitterszetel in. Nadat Mr. G.A.
van Haeften tijdelijk met het Secretariaat ook het Penning
meesterschap had waargenomen, Werd bij het Ministerieel be
sluit d.d. 22 April 1913 nieuw benoemde lid Mr. W. C. Wende-
laar in de vergadering van den 2den Juli d. a. v. tot Penning
meester der Commissie benoemd.