52 4 In den loop van het nu afgeloopen leerjaar bleven de lessen van wylen den hoofdleeraar in de afdeeling Kunst- nyverheid, den heer Knijper, tijdelijk waargenomen door den leeraar J. D. Hos. De lessen in de Kunstgeschiedenis aan de leerlingen van den cursus M. O. waren opgedragen aan de heeren S. de Clercq en J. D. Ros. Aan het einde van het jaar werd de heer J. van Breen tijdelijk met het onderwys in dat vak aan een der klassen van den M. 0.-cursus belast. Evenals vorige jaren werden ook in het afgeloopen winter seizoen voor de leerlingen der hoogere klassen van de verschillende onderwijsafdeelingen voordrachten gehouden, die ook voor de leden der Academie en voor het publiek toegankelijk waren. De heer Huib Luns, hoofdleeraar aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische weten schappen te Rotterdam, hield op Zaterdagen des namiddags van half drie tot vier uur een 10-tal voordrachten met lichtbeelden over „het figuur in de beeldende kunsten” Deze cursus werd atgewisseld op tusschen liggende Zater dagmiddagen door een viertal voordrachten van den archi tect J. Gratama, over: Moderne stroomingen in de schilderkunst: neoimpressi- onisme, futurisme, kubisme, enz.; Heemschut en bouwkunst; Gothiek en Renaissance; Moderne bouwkunst. Al deze voordrachten vielen zeer in den smaak. Behalve de gewone jaarlijksche tentoonstelling van het werk der leerlingen, werden in de Academie een drietal buitengewone tentoonstellingen gegevenin December van het werk van oud-leerlingen der Academie, waarvoor, dank zy de goede zorgen van de heeren Klinkenberg en Van der Weele, zoo uit de verzameling van de Academie als van particulieren zeer belangwekkende inzendingen inkwamen; in Januari van de prentkunst van Cornells Pronk (1691—1759), waarvoor de heer Peters zich bijzonder veel moeite had gegeven zoo door afstand van werk van VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN. i) Achtereenvolgens sprak de heer Luns over: de aansluiting van de bouwkunst met de andere beeldende kunsten bet samengaan der bouwkunst en der figurale beeldhouwkunst bjj de Egypte- naren en Grieken; de bouwkunst en de figurale beeldhouwkunst in de tijdperken der middeleeuwen en der renaissance; de figurale compositie in de muurschilderkunst; de figurale compositie in de weefkunst (gobelins, ook over de techniek): de figurale compositie in de glasschilderkunst, ook over de techniek; de ontwikkeling der religleuse schilderij (Laat-Gothiek—Hoog-Renaissance): het portret en zijn geschiedenis; het „genre-schilderii" (voorn. 17e en 18e eeuw); het standbeeld in de beeldhouwkunst tot op heden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1298