52 11 bestuur is bovendien erkentelijk aan het deeling ontvangen, dat zij, ter nagedachtenis van wijlen haar echtgenoot, in leven Voorzitter van het bestuur der Academie, een bedrag van Duizend gulden ter beschikking van het bestuur had gesteld, met de bedoeling de rente van dit kapitaal op de meest nuttige wijze ten voordeele van de leerlingen te besteden. De Raad heeft dit legaat met groote erkentelijkheid aan vaard en besloten de gelden te beleggen als een fonds voor de stichting van een Aeademié-prys, waarnaar om de vijf jaren een wedstrijd gehouden zal worden tusschen de leer lingen en oud-leerlingen, die in dat tydvak de cursussen bouwkunde of schilderkunst volgden, met dien verstande dat die cursussen daartoe beurtelings in aanmerking zullen komen. De met den Snouck Hurgronje-prijs bekroonde zal in de gelegenheid worden gesteld daarvoor een studiereis temaken. Voor den wedstrijd, die in Augustus 1914 zal gehouden worden uit het legaat van Vrouwe Vigelius, werd het progamma vastgesteld en de jury benoemd, bestaande uit de kunstschilders Fl. Arntzenius te ’s-Gravenhage, J. F. H. Kever te Laren, A. J. Der Kinderen te Amsterdam, Albert Roelofs te ’s-Gravenhage en H. J. van der Weele te ’s-Gra venhage, die allen de benoeming hebben aangenomen. Voortgegaan werd met uitbreiding van de leermiddelen en van de boekerij, die verrijkt werd door schenking en aan koop met een aantal voor het onderwijs nuttige boeken, plaatwerken en fotografieën. Onder de schenkingen werden wederom zeer gewaardeerde boekwerken van HH. Excellenties de Ministers van Binnen- landèche Zaken ontvangen. De Raad van Gemeentebestuur voor het eindelijk in behoorlijken staat brengen der groote Zaal, die thans een passend uiterlijk heeft gekregen. De behoefte aan meerdere lokaliteit begint intusschen hoe langer zoo nijpender te worden. en van Koloniën voor de bibliotheek VERSLAG ACADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1305