53
55
Aangaande pogingen, om meer eenheid in. de leerplannen
der verschillende categoriën scholen te verkrijgen, is tot
heden niets ver blij dends te melden.
Integendeel, de omstandigheid, dat wij nog telkens „gewij
zigde” leerplannen van deze en gene school ontvangen,
wijst er op, dat het streven bij voortduring meer gericht is
op het grooter maken der verschillen dan op het brengen
van de zoo gewenschte eenheid.
Moet onze stern dan steeds die eens roependen in de
woestyn blyven!
Een der hoofden van scholen in de 12de afdeeling deelde
ons mede: „Dit jaar hebben we beproefd, de pauze in de
morgenuren op eene $ndere wyze dan vroeger te benutten.
De leerlingen maken nu bij gunstig weer gedurende die
10 of 15 minuten, onder geleide der onderwyzers(essen) eene
wandeling in den om trek der school; die der beide laagste
klassen worden op de speelplaats met een spelletje bezig
gehouden: en dat bevalt ons best”.
Aan het slot van dit artikel plaatsen wij weder het ver
slag der sub-Commissie in de 12de Afdeeling:
In ons verslag over het jaar 1910 moesten we schrijven
„Over het algemeen stond ons het schrift in de lagere en
middelklassen veel beter aan dan in de hoogere”. Het is
ons aangenaam, te kunnen mededeelen, dat in dien toestand
verandering ten goede is gekomen.
Zonder nu die verbetering voornamelijk toe te schrijven
aan het volgen van deze of gene methode, achten we het
toch van belang, te verklaren, dat we op eene der scholen
der 12de afdeeling, waar hoofd en personeel ontevreden
waren over de vorderingen in bedoeld vak getroffen
werden door de gunstige resultaten met de methode-Welker
in weinige maanden in de hoogere klassen bereikt.
Ook op andere scholen verzekerde men ons, over de uit
komsten met die methode verkregen, zeer tevreden te zyn,
en we zagen er in hoogere en hoogste klassen het resultaat
van, dat aan ’t schrijfonderwijs als eisch gesteld moest worden
vlot, goed, duidelyk schrift.
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.