I 53 95 J Bijzondere vacantiedagen. 1°. de verjaardag van H. M. de Koningin, den Prins der Nederlanden en de Koningin-Moeder; 2°. de dag der opening van de zitting der Staten-Generaal, en wel van 10'ƒ2 uur in den voormiddag af, doch slechts in geval H. M. de Koningin in persoon de zitting opent; 3°. de namiddag vóór St. Nicolaasavoud; 4°. de namiddag of c. q. de voormiddag van den dag van het schoolexamen; 5°. twee middagen in de week voor ijsvacantie, wanneer de gelegenheid zich daartoe aanbiedt, ter beoordeeling van het hoofd der school. Gerekend met ingang van I Januari 1910 wordt in het alge meen leerplan voor de openbare burgerscholen te ’s-Graven- hage gelezen als volgt: B. Vacantiën 1. Paaschvacantie. De eerste dag der Paaschvacantie is de Donderdag vóór Paschen. Zij duurt tot Dinsdag nd de Paaschweek 2. Pinkstervacantie. De Pinksterdagen, vermeerderd met den Dinsdag nd Pinksteren; 3. Zomervacantie. 38 dagen, aanvangende op een Zaterdag in Juli, niet vóór den 14. Juli, niet nd den 20. Juli; 4. Kerstvacantie. De eerste dag der Kerstvacantie is de laatste werkdag vóór Kerstmis. Zij duurt tot den tweeden werkdag nd Nieuwjaar; als Nieuwjaar op Zaterdag valt, is er vacantie tot 4 Januari en tot 5 Januari, als Nieuwjaar op Donderdag of Vrijdag valt. 3. Zomervacantie. 31 dagen, aanvangende op een Zaterdag in Juli, niet vóór den 21. Juli, niet nd den 27. Juli; 4. Kerstvacantie. De eerste dag der Kerstvacantie is de laatste werkdag vóór Kerstmis. Zij duurt tot den tweeden werkdag nd Nieuwjaar; als Nieuwjaar op Zaterdag valt, is er vacantie tot 4 Januari, en 5 Januari, als Nieuwjaar op Donderdag of Vrjjdag valt. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1401