53 154 scholen de behoefte zich doet gevoelen aan twee vrije namid dagen, deze met evenveel recht toekomen aan de meisjes, 2° indien deze regeling voldoende resultaten oplevert op de burgerscholen, zij ook zonder eenig bezwaar konde ingevoerd worden op de scholen der 1ste klasse. Bovendien zonde, vooral voor de meisjes-leerlingen der laatstgenoemde categorie scholen, wien in den regel een zwaardere strijd om het bestaan wacht dan dien der burger scholen „een stukje meer jeugd”, zooals een der voorstanders zich uitdrukte, geen overdaad zyn. Op de burgerscholen wordt aan de hoogere klassen des Woensdags en Zaterdags resp. van 111 /2 uur tot 1 en 12 '/2 uur, d. i. te zamen 2'/2 uur per week onderwijs in het hand werken gegeven; op de scholen der 1ste klasse Woensdag- of Donderdagnamiddag van l'/2 uur4'/2 uur, d. i. 3 uur ’s weeks. Daar evenwel op die namiddagen '/2 uur pauze wordt gehouden, moet deze leertyd met ’/z uur per week worden verminderd, zoodat thans reeds het onderwijs in handwerken op de scholen der 1ste klasse ook 2'l2 uur ’s weeks duurtdat is dus even lang als op de burgerscholen. In den leertyd zoude dus geen verschil ontstaan by het nemen van bovengenoemden maatregel. De leden der Commissie, die den toestand wilden behouden, zooals deze thans is, grondden hunne meening o. a. op het naar hun oordeel bestaand gevaar, dat de meisjes der 1ste- klassescholen het genot van dien vryen namiddag toch zouden moeten derven, daar zy door de ouders voor huise lijke diensten zouden worden geëxploiteerd, wat echter de voorstanders van den maatregel krachtig bestreden, er op wyzende, dat in zeer vele gevallen juist de leerlingen der burgerscholen door piano-, viool-, schilder- of danslessen door hunne ouders van hun vrije middagen worden beroofd. Anderdeels waren deze leden van meening, dat de tegen woordige tijdsindeeling toch nog een eenigszins langeren leertyd omvatte dan op de burgerscholen, daar hier door opruimen, handenwasschen, boterham eten van de 2'/2 uur, naar men geloofde, wel een kwartier verloren gaat, waar tegen aangevoerd werd, dat dit bezwaar denkbeeldig was, VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1460