53 155 den Heer Schoolopziener in het District ’s-Gravenhage. (w. g.) M. DE Pinto, Voorzitter. B. van der Esch, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage. Namens de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, wijl men de gewone lessen op de burgerscholen eenigen tyd vóór ll’/z uur 'aat eindigen. Dien langeren leertijd achtten deze leden voor de meisjes der Iste-klassescholen noodzakelijk, omdat in haar later leven meer vaardigheid in het handwerken van haar wordt geëischt dan voor de vrouwelijke leerlingen der burger scholen, wat weer door anderen werd betwijfeld. Eindeljjk verklaarden zich enkele leden tegen de gelijk stelling met de burgerscholen, wijl zij de tegenwoordige regeling aldaar verkeerd achtten. Zjj waren van oordeel, dat de schooltijd voor de meisjes van 9 uur tot resp. 12'/2 uur en 1 uur te lang en het der halve niet wenschelijk is, dien toestand ook te scheppen voor eene andere groep scholen. Ten slotte nam de vergadering met 17 stemmen vóór en 14 stemmen tegen een motie aan, voorgesteld door het lid onzer Commissie, den heer J. C. M. Brugma, die aldus luidt: „De vergadering, gehoord de debatten, verzoekt Burge meester en Wethouders en den Districts-schoolopziener beleefd, het daarheen te willen leiden, dat de regeling van het Handwerkonderwijs, thans op de burgerscholen van kracht, waarbij dit onderwijs gedeeltelijk onder de gewone school uren wrordt gegeven, ook worde uitgestrekt tot de 1ste- klassescholen.” Wy hebben mitsdien de eer deze motie hiermede beleef delijk te Uwer kennisse te brengen. VERSLAG LAGER ONDERWIJS. JJ

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1461