57
2
VERSLAG GEM. CURSUS BEWAARSCHOLEN.
Mejuffrouw B. van Dantzig, die niet ingang van 1 Octo
ber 1912 voor een jaar benoemd was tot onderwijzeres in
spreken, verkreeg tegen. 1 October 1913 eene vaste aan
stelling.
Door het overlijden van den lieer J. II. Reys verloor de
cursus een uitstekende leerkracht.
Gedurende drie maanden is de taak van den heer Reys
vervuld door Mej. A. M. Muns, Hoofd der Bewaarschool
aan de ’s-Gravenzandelaan. In de vacature werd voorzien
door de aanstelling van Mej. S. M. Rosenthal, leerares in
gymnastiek te Hof van Delft.
In het verslag over 1912 maakte de Commissie van Toe
zicht op de gemeentelijke bewaarscholen een zestal opmer
kingen over den lesrooster en de arbeidsverdeeling der
onderwijzers.
Hoewel naar aanleiding van die opmerkingen eene
samenspreking heeft plaats gehad van den heer Wethou
der van Onderwijs met den Directeur van den Opleidings
cursus en de leden van de Commissie van Toezicht en eene
correspondentie is gevoerd met Heeren Burgemeester en
Wethouders zijn de bezwaren tegen den rooster en de
arbeidsverdeeling geopperd, niet uit den weg geruimd, zeer
tot schade van het onderwijs.
De Commissie blijft aandringen op wegneming der in
hef verslag over 1912 aangeduide misstanden, nl.:
lo. gebrek aan eenheid in de arbeidsverdeeling ten aan
zien van de vakken, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde
en Nedcrlandsche taal met inbegrip van het onderdeel
lezen in de afdeeling A en van de vakken lezen, letterkunde
en Nederlandsche taal in de afdeeling B;
2o. de lessen worden niet in hetzelfde gebouw gegeven;
3o. bet sterk uiteenloopen van den duur der lessen,
varieerende van een half uur tot anderhalf uur;
4o. het geven van lessen op uren, dat de directeur niet
aanwezig kan zijn;
5o. het vallen van lesuren tnsschen twee bcwaarschool-
tijden in, n.l. van 12’/2 tot l'/2 uur n.m.;
6o. het geven van lessen gedurende den Woensdagna
middag, waardoor een groot deel der kweekelingen aan de
bewaarscholen onttrokken wordt.
In bovengenoemde besprekingen en correspondentie zijn
door de Commissie breedvoerig aangetoond de oorzaken
dier misstanden en is door haar tevens aangegeven, hoe zij
kunnen worden weggenomen.
Zeer tot haar leedwezen ervaart de commissie van jaar
tot jaar hoe de candidaten afkomstig van dezen cursus,
niet in practische bekwaamheid, maar in kennis, achter-
