59
t
5
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
was
j
en inhoud vol-
LEZEN EN VERKLAREN.
Dank zij de 10 minuten voorbereiding ook bij dit vak
toegestaan, mocht de sub-commissie constateeren, dat het
technisch lezen over ’t algemeen goed was. Een enkele
maal was ’t gebrekkig, een paar maal kon het heel goed
heeten. De meeste candidate!! konden den inhoud van het
gelezen stukje behoorlijk weergeven. Ook de verklaring
van woorden en uitdrukkingen was veelal bevredigend.
Het verklaren evenwel van het verband tusschen letterlijke
en figuurlijke beteekenis liet we] eens te wenschen over.
De vragen over aardrijkskunde en geschiedenis werden
door de meeste candidate!) goed, door enkele zeer goed
NEDERLANDSCHE TAAL (Opstel).
Door 21 candidate!! we ril, een opstel gemaakt over
„Zomergeuoegens”, dooi- 15 over „Een storm”; 22 kozen het
onderwerp „Aan mijn venser”, 12 „Op de heide”. Eén can-
didaat had tot onderwerp gekozen „Een oploop”; dit
echter niet opgegeven.
Dat nog niet alle opstellen naar vorm
doende waren, blijkt hieruit, dat tienmaal het cijfer 5 moest
worden gegeven; de andere opstellen waren alle voldoende,
ruim voldoende of goed; één was zeer goed.
Enkele opstellen werden ontsierd door taalfouten, als:
omringt van; ze voelen zich bevrijdt; men wilt; een vroo-
lijken, opgewekten geest (onderwerp); de wolken hebben
zich verspreidt.
Ook liet in sommige de punctuatie nog te wenschen over.
Het mondeling en practisch examen werd algenomen
op 11, 12 en 13 Juni in de bewaarschool aan de ’s-Graven-
zandelaan, op 19 en 20 Juni in de bewaarschool aan het
Vaillantplein en op 23, 24, 26 en 27 Juni weder in de be
waarschool aan de s-Gravenzandelaan.
Geëxamineerd werd in: a. lezen en verklaren, b. rekenen
en natuurkennis, c. zingen en spreken en d. opvoeding en
fröbel leer.
Bovendien moest iedere candidaat een teekening op het
bord maken, met een klasse fröbelen en spelen en voor
eene klasse vertellen.
Voor de vakken lezen en zingen, voor de fröbelles en
het spelen werd telkens 10 minuten, voor het vertellen
plm. 15 minuten voorbereiding gegeven.
Het gemaakte schriftelijk werk en het mondeling-prac-
tisch examen gaven de sub-commissiën aanleiding tot de
volgende opmerkingen: