59 1 9 VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS. Over het algemeen gaf het examen reden tot tevreden heid. De kennis van de meeste eandidaten was zeer vol doende. Sommigen evenwel maakten zelf nogal fouten of toonden, dat het haar aan voldoende oefening had ont broken. De Sub-Commissie liet een gesproken woord in klanken ontbinden. Die klanken werden in soorten onderscheiden; hun vorming werd besproken, zoodat het verschil tusschen klinkers en medeklinkers moest worden aangegeven. De nadere verdeeling van ieder werd behandeld, terwijl ook vragen werden gesteld over de tweeklanken en hun samen stellende deelen. De spraakwerktuigen en hun gebruik, de articulatiepunten, de assimilatie, de ademhaling waren onderwerpen, die met de eandidaten werden besproken. Nog werden dezen in de gelegenheid gesteld mede te deelen, hoe men jongen kinderen goed leert ademhalen en ze ver schillende klanken, als 1, tongpunt r e.a. juist en zuiver leert uitspreken. ZANG. Van de 71 eandidaten kregen 13 een onvoldoend cijfer voor dit vak. Bij de meesten dezer was meer gebrek aan aanleg dan aan oefening de oorzaak. Over ’t algemeen werden de liedjes naar keuze zuiver en met smaak gezongen. Zelfs wanneer de candidaat een een voudige melodie niet behoorlijk van het blad kon zingen, werd het door haar gekozen liedje toch vaak goed voorge dragen. Hier was dus gebrek aan oefening te constateeren. Niet meer dan 11 eandidaten konden een honger cijfer dan 7 behalen. Betrekkelijk klein was dus het getal der tienen, die in staat waren, de opgegeven melodie met één voorteeken en zonder moeilijke intervallen onberispelijk te zingen, en daarenboven behoorlijk te antwoorden op de eenvoudige vragen, die gesteld werden over toonsoort en toonaard, maatsoort, sleutels, tempo- en andere teekens. Door eenige eandidaten werd zelfs onvoldoende geant woord op vragen betreffende de waarde en den duur van noten en rustteekens. Grooter was het getal der eandidaten, wien het aan een juist inzicht ontbrak in de beteekenis 'an majeur- en mineur-toonsoort, en in de samenstelling van majeur- en mineur-toonladders met twee of drie voor dekens, en in de verwantschap dier toonladders. wat het eigenlijke zingen betreft, lieten uitspraak en ademhaling soms veel te wenschen over. Een paar malen kwam het voor, dat de Sub-Commissie van de woorden van een haar onbekend lied, dat door een candidaat werd voor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1711