59
19
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
belanghebbenden'?
OPSTEL. (Taal).
Door
„Herfst”;
wordt van sehilderachtige kleedij gesproken? Wat betee-
kent omlijst? Verklaar ’t woord voorproefje, geef zelf een
zin. Waarom spreekt de schrijver van het weelderige tro
pische land? Verklaar tinten en kleuren. Hunne zwaar
moedige oogen dwalen over de menigte, leg dit uit. Wat
is heimwee? Wat beteekent het woord emotie, geef het
zelf ook in een zin. Weet ge misschien, waaraan „zich
slingerend als een gordel van smaragd om den evenaar”
ontleend is? Waarom wordt hier van zeepaleizen gespro
ken? Er zijn nieuwsgierigen en..? Wat is ’t verschil tus-
schen belangstellenden en belanghebbenden? enz.
NATUURKENNIS (Schoolhygiëne).
Het examen in natuurkennis gaf den indruk, dat vele
candidaten zich ernstig met de studie van het menschelijk
lichaam hadden bezig gehouden. Niet alleen bleek een
voldoende kennis aanwezig, maar ook in vee) gevallen een
begrijpen van het geleerde. Bij het onderzoek naar de
kennis van de hygiëne kwam het meermalen voor, dat men
zich te veel had toegelegd op uit ’t hoofd leeren van regels
en getallen en te weinig op het verklaren en zich reken
schap geven. Dikwijls ook was het den candidaten niet
’luidelijk, van welk belang hun kennis van ’t menschelijk
lichaam voor ’t begrijpen der hygiënische voorschriften
was en ontbrak dus het verband tussehen het weten op
1 eene en het andere gebied.
Reeks van onderwerpen, die met een candidaat bespro
ken werden:
oedingsmiddelen
en voedingsstoffen, het kauwen, het
17 candidaten werd een opstel gemaakt over
door 14 over „Het reizen, vroeger en thans”;
6 kozen het onderwerp „Weldadigheid” en 3 „De courant”.
De Commissie was over ’t algemeen tevreden over het
werk der candidaten: naast enkele goede opstellen waren
er vele, die ruim voldoende of voldoende waren. Slechts
eenmaal werd het cijfer 4 gegeven; 6 opstellen konden
geen hooger cijfer dan 5 verkrijgen.
Toch moet de Commissie opmerken, dat in enkele op
stellen nog grove taalfouten voorkwamen; ook was de
punctuatie nog niet bij alle in orde. De stijl der opstellen
mocht over ’t algemeen voldoende heeten; bij enkele op
stellen over „Weldadigheid” moest de Sub-Commissie
armoede aan oorspronkelijke gedachten constateeren.