59
I
•20
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMEKS.
TEEKENEN.
I
SPREKEN.
Op slechts enkele uitzonderingen na legden de candidaten
een voldoend, soms een zeer goed examen af. Haar eigen
spreken gaf blyk van voortdurende oefening. Omtrent de
Bij het schriftelijk examen was de keuze van de meer
derheid der candidaten gevallen op de eerste opgave; van
de tweede waren er slechts enkele, van de derde geen be
werkingen. Blijkbaar werd opgave 1 gemakkelijker gevon
den, omdat daar de inhoud gegeven was, terwijl bij de beide
andere de voorstelling zelf gevonden moest worden, waartoe
de noodige durf ontbrak.
Over het algemeen waren proportie en vorm der figuren
bij de le opgave goed, uitgezonderd bij een belangrijk aan
tal de armen en beenen; vooral de eerste vormden het
zwakke punt. Ook ontbrak meermalen het noodige verband
tusschen de figuren; elk stond afzonderlijk en zij gaven
door verkeerden stand en plaatsing te zanten niet weer,
wat in de opgave was uitgedrukt.
Bij de tweede opgave was de vorm der illustratie zelden
in overeenstemming met den inhoud van het versje en
waren een jongen en een houten paard geteekend, die
in vereeniging niet uitdrukten, wat het versje aangaf. Bij
deze bewerkingen waren ook dikwijls de proporties slecht.
Voor het practisch examen werd gevraagd in 40 minuten
op het zwarte bord met krijt een schets te leveren ter
illustratie van een of andere werking, als naaien, was-
schen, vliegeropJaten, varen, visschen, theeschenken enz.
De candidaten toonden daarbij meer bedrevenheid dan bij
het teekenen op papier, wat, in aanmerking genomen, dat
het laatste in de bewaarschool veel minder te pas komt
dan het eerste, een verblijdend feit is.
De meeste candidaten konden dan ook haar eerst ver
kregen cijfer handhaven of verbeteren, zoodat ten slotte
een overgroot deel barer een voldoend eindcijfer behaalde.
slikken. Veranderingen, die het voedsel ondergaat. Darm-
vlokken, Chylbuizeu, Borstbuis, Holader. Bloedsomloop.
Aderen en slagaderen. Het hart. Ademhaling. In- en uit
ademen. Luehtverversching. Waarom? Bestandde.elen van
de lucht. Ventilatie. Hoe? Natuurlijke en kunsmatige.
Centrale verwarming. De zorg voor de oogen. Goede en
slechte banken. De wanden. Grootte der ramen. Ligging
lokalen. Afmetingen. Plaatsing en verplaatsing van leer
lingen.