59
24
Waar noodig werd den candidaten medegedeeld van welk
leerjaar en van welken leeftijd de leerlingen waren.
De indruk van de gegeven lessen was over het geheel
vrij gunstig. Slechts drie candidaten kregen een onvoldoend
cijfer; het meerendeel had de opgave begrepen en getracht
een geschikte leerstof te kiezen. Wel moet door sommigen
3. Maak van de 4e gave B en C eenige bouwvormeh bjj
een korte vertelling.
4. Laat onder uw leiding van de 3e gave B en C driehoeken
van verschillende grootten makentot slot een bouwvorm.
5. Maak van de 5e gave een schoonheidsvorm, welke aan
drie zijden gelijk is.
6. Eenige leervormen van de 6e gave, welke dienen kunnen
om er een bouwvorm van te maken.
7. Maak met de leerlingen een mooien bouwvorm van de
5e gave B.
8. Gebruik 3 soorten mozaïek voor vier gelijke figuren en
laat deze tot één geheel samenvoegenbjj het veranderen
moet by de leerlingen verschillend werk ontstaan
9. Maak van gelijkzijdige en stomphoekige driehoekjes
(3e en 4e soort mozaïkj leervormen en laat er een
schoonheidsvorm uit ontstaan; bij het veranderen moet
verschillend werk komen.
Vouw met de kinderen een voorwerp uit het dubbele
vierkant (den dubbelen driehoek).
11. Geef les met 2 vouwbladen; tot slot twee verschillende
eenvoudige vouwsels.
12. Maak van 4 soorten legstokjes enkele levensvormen,
die samen een tafereeltje vormen.
13. Maak van den inhoud der ringendoos met de leerlingen
een figuur en laat bij het veranderen van binnen naar
buiten werken.
14. Gebruik lange en korte vlechtlatten voor een reeks
levensvormen.
15. Gebruik 2 soorten mozaïk voor 2 verschillende vlakken
(leervormen); laat de leerlingen eiken vorm naar eigen
vinding verdeden en onder uw leiding tot één geheel
samenstellen.
16. Maak van ringen en legstokjes 2 gelijke figuren, geef
de verandering van de eene figuur aan en laat de leer
lingen de andere daaraan gelijk maken.
17. Maak van lange vlechtlatten een achthoek en gebruik
korte latten voor versiering.
VEBSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS.
10.