i
h!
27
VERTELLEN.
Aan alle candidaten werd een verhalend kinderversje ter
lezing gegeven en haar opgedragen, om in een kwartier a
20 minuten voorbereiding een verhaaltje samen te stellen,
dat daarna aan de kinderen moest verteld worden. Het aan
brengen van wijzigingen en het maken van uitbreiding was
altyd geoorloofd veelal gewenseht en soms noodzakelijk.
De vertelling moest minstens een kwartier duren. Beoor
deeld werden toon, voordracht en bij de leerlingen gewekte
belangstelling, vorm van het verhaal, of de uitbreiding en
de aangebrachte wyzigingen goed aangesloten of in het ver
band pasten, uitspraak en woordenkeus.
De uitslag was, dat het meerendeel der candidaten met
de uitwerking dezer opgave een middelmatigen indruk
maakte, getuige het groot aantal zessen en zevens door de
Sub-Commissie by de beoordeeling uitgedeeld.
Slechts weinige verhieven zich boven het middelmatige,
doch ook slechts van heel enkele was het vertellen bepaald
onvoldoende.
In het samenstellen van een geschikt verhaal van voldoende
lengte en in het aanbrengen van de noodige uitbreiding
en wijziging waren de meeste candidaten handig genoeg,
sommige zelfs heel handig en de opgave was dus blykbaar
niet te moeilyk.
Meer moeite had een deel der candidaten met het voor
dragen van het samengestelde verhaal. Soms werd nog veel
te snel verteld en werden de aardige momenten der vertelling
niet voldoende op den voorgrond gebracht, waardoor het
verhaal grootendeels over de hoofden heenging. Ook het
maken van goed afgeronde zinnen en het kiezen van de
Schonken vele candidaten de aandacht aan voorkomende
fouten, om ze dan zoo goed mogelyk te herstellen, andere
meenden te kunnen volstaan met de opmerking, dat niet
alle leerlingen hadden voldaan, terwijl sommige geen notitie
namen van fouten en dientengevolge verbeteren was uit
gesloten.
De orde was over ’t geheel genomen bevredigend; waar
zij soms in gevaar was, een enkele maal verloren ging, was
dit een gevolg van zwakke leiding.
Ten slotte dient nog vermeld, dat, slechts drie candidaten
beneden de opgave „acht gebonden spelen" bleven. Twee
harer noteerden zes, de derde zeven spelen.
Gezien de opgaven van spelen moet worden verklaard,
dat vele dezer den indruk vestigden, dat de nieuwere spelen
nog lang niet algemeen worden beoefend.
I
VERSLAG BEWAARSCHOOL-AKTE-EXAMENS. 59