i 62 I 5 VERSLAG GEMEENTELIJKEN SCHOOLARTSENDIENST. Ziekteverloven van het onderwijzend personeel. Schoolgebouwen. Burgerscholen. Reeds werd aangestipt, dat vele verbeteringen reeds zijn aangebraclit, of in voorbereiding zijn, ook wat betreft schoolmeubelen. Nu blijft onder de Haagsche scholen nog steeds de school aan de Achterraamstraat, wegens de bij zonder slechte ligging en verlichting ongunstig afsteken, in Scheveningen de school aan de Badhuiskade. In 456 gevallen werd aan het schoolartsbureau advies gevraagd omtrent ziekteverlof van onderwijzend personeel, loopende over 226 personen, (132 vrouwelijke, 94 manne lijke). Simulatie kwam niet voor, doch een enkele maal werd verlof gegeven tegen den zin van den belanghebbende. Gedurende het verloop van 1913 werd slechts op eene school epidemisch optreden van mazelen waargenomen, en wel in de school aan de Neptunusstraat te Scheveningen. Aan B. en W. werd voorgesteld de klasse waarvan meer dan de helft der leerlingen was aangetast, voor een veer tiental dagen te sluiten, overeenkomstig welk voorstel ge hoor werd besloten. Aangezien herhaaldelijk is gebleken, dat de mikroben, ziekteverwekkers van mazelen, buiten het menschelijk lichaam na eenige dagen afsterven, werd aan B. en W. in overweging gegeven, het besmette school lokaal niet te doen ontsmetten, doch tot eenvoudige schoon maak en luchten van het vertrek gedurende den tijd van ontruiming zich te beperken; dit advies werd door B. en W. gevolgd. De voorgestelde maatregelen bleken voldoende te zijn geweest, na heropening der klasse deden nieuwe gevallen van mazelen zich niet meer voor. Diphtheritis en roodvonk kwamen hier en daar spora disch voor; waterpokken en parotitis (bof) werden in ver schillende scholen in meer of mindere mate waargenomen, doch niet in die mate dat tot bijzondere voorzorgsmaat regelen moest worden besloten. Het aantal gevallen van hardhoorendheid (dikwijls ten gevolge van adenoïde woekeringen in de neus-keelholte), ruggegraatsverkrommingen en spraakgebreken was onder de burgerscholieren gering. Wanneer voor een kind geneeskundig onderzoek werd wenschelijk geacht, werd dit, door tussehenkomst van het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1913 | | pagina 1755