176
van
den loop van 1913 werden ter verpleging opgenomen
242 jongens en 152 meisjes, totaal 394 kinderen. Ont
slagen werden 203 jongens en 149 meisjes, terwijl 24
jongens en 14 meisjes zijn overleden. Op 31 December
waren nog in verpleging 43 jongens en 11 meisjes, te
zamen 54 patiënten.
In de Inrichting voor Ooglijders werden in het afge-
loopen jaar 5410 patiënten behandeld, waarvan er 125
met 3001 verpleegdagen, in de inrichting werden op
genomen, n.l. 61 mannen en 64 vrouwen. Er werden
35 patiënten kosteloos verpleegd, met 1396 verpleeg
dagen, terwijl 10 patiënten met 431 verpleegdagen een
klein gedeelte der kosten betaalden.
De poliklinieken hadden geregeld alle werkdagen plaats.
Mejuffrouw M. A. Adriani bleef als directrice, de
heer Dr. C. H. Hazewinkel als geneesheer-directeur
en Dr. J. R. van Geuns als plaatsvervangend genees
heer-directeur werkzaam.
De inrichting genoot een subsidie van f 2500,
de Gemeente.
In het vereenigingsjaar 1 October 19121 October
1913 werden door de Vereeniging Algemeene Haagsche
Polikliniek aan de Prinsegracht voor alle afdeelingen te
zamen ingeschreven 8310 patiënten met een aantal van
42225 verleende consulten, tegen respectievelijk 7664
en 38340 in het vorige Vereenigingsjaar.
In het kalenderjaar 1912 werden aan armlastigen
van de gemeente door het Burgerlijk Armbestuur 1307
maandbriefjes voor behandeling aan de inrichting ver
strekt en werden 431 schoolkinderen ingeschreven, tegen
respectievelijk 1450 en 428 in het jaar tevoren.
De heeren A. Uyttenbogaart, arts en Dr. K. de Graag,
kinderarts, konden niet meer aan de inrichting werk
zaam blijven; in hunne plaats werden als nieuwe
werkkrachten verkregen de heer Ninck Blok en Mej.
C. van de Pijl.
Van de gelegenheid om de Wasserman-reactie in het
laboratorium toe te passen, werd in het afgeloopen jaar
druk gebruik gemaakt.
Het Gemeentebestuur verleende weder een subsidie
van f 2500,—.