'i
199
900,—
In 1913 werd behandeld eene aangifte ter verkrijging
van vergoeding van schade wegens verlies van anker
en touw aan een onderzeeschen telegraafkabel in de
Noordzee gelegen, welke schade ad f 75.door tus-
schenkomst van den Engelschen Consul te Rotterdam
werd vergoed.
De pogingen ter verkrijging van vergoeding van de
schade, aangericht door de Engelsche Marine aan visch-
tuig van vijf der zes vaartuigen in het jaarverslag over
1912 genoemd, namelijk de SCH. 399, 453, 245, 260 en
51, werden met gunstigen uitslag bekroond. Door tus-
schenkomst van den Engelschen Consul te Rotterdam,
werd door de Britsche Admiraliteit ter uitbetaling aan
de reeders dier vaartuigen te zamen een bedrag' van
f 5339,en bovendien voor de bemanningen dier vaar
tuigen, wegens derving van vischgelegenheid, een bedrag
van f 400.— toegezonden.
Eveneens werd vergoeding van schade, in 1913 ver
oorzaakt door de Engelsche Marine aan het vischtuig
van het vaartuig SCH. 459, bereids aan den reeder
daarvan uitbetaald.
Wegens overtreding van de Noordzeeconventie van
1882 werden processen-verbaal opgemaakt, op klachte
van den schipper:
f 1050,—
- 950,—
- 1300,—
- 1212,50
- 775
- 1437,50
- 1100,—
- 900
- 850,—
- 750,—
- 600,—
Door den Waterschout wordt, voorzoover betreft de
aanmonstering van scheepsvolk, enz., het volgende mede
gedeeld
Een controleur
Vier controleurs, ieder
Een teekenaar
Een
Een
Een administrateur
Een le klerk
Een 2e
Een
Een
Een
Een bode (tevens belast met concier-
gedienst; vrije woning vuur en licht)
n
Jaarwedde.