261
Van het bestuur der afdeding ’s-Gravenhage tan den
Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond werden
niet tijdig mededeelingen ontvangen.
slechts 85 op, de overigen waren nog niet werkloos,
toen waren 155 man werkzaam; 50 in de werkplaats
en 105 in het duin.
Tot een hooger cijfer kwam het dezen winter niet,
want einde Januari begon al menigeen, dank zij het
aanhoudende zachte weder, elders werk te vinden; er
stonden toen nog slechts 139 werkloozen in de registers
ingeschreven, waaronder 8 schilders, 8 behangers, 1 smid,
1 loodgieter, 25 aardwerkers en 62 sjouwers en losse
werklieden, terwijl alle ingeschreven timmerlieden en
metselaars hier of elders geplaatst waren.
Den lOen Februari werden nogmaals 66 man opge
roepen: ook van dezen hadden 18 werk. Toen waren
100 man in het duin en 40 in de werkplaatsen aan
den arbeid, welk getal gaandeweg verminderde tot 70
in het duin en 30 in de werkplaatsen. De Commissie
besloot toen 15 Maart het werk in het duin te doen eindigen
en liet nog eenige dagen in het gebouw hen aan het
werk, die onder handen zijnde artikelen konden afwer
ken, welke nog verkocht konden worden. Ook nu werd
vastgehouden aan den regel dat men 4 weken aan het
werk bleef en minstens 2 jaren in de Gemeente moest
woonachtig zijn.
Van de gereed gemaakte goederen in de werkplaatsen
werden af en toe verkoopingen gehouden, welke een
opbrengst van f 200 a f 250 per verkooping gaven.
De uitdeelingen ran brood en koffie hadden slechts bij
koud weder, dus korten tijd plaats.
Aangaande de Dienstverrichting kan worden mede
gedeeld, dat deze tak van dienst aan de gestelde ver
wachtingen bleef voldoen. Het vorige jaar werd aan loon
uitbetaald f29.000, dat is na aftrek van 25%, welke
ingehouden worden voor de uitgaven van kleeding,
materieel, huur van bijkantoren, administratie, enz.
De rekening van den Bond, loopende van 1 October
191230 September 1913, wijst een ontvangst aan van
f 7197,50 en eene uitgaaf van f 5564,57s en dus sluitende
met een saldo van f 1632,92s.