16
4
VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.
M
W
Scheveningen.
Urk.
Maassluis
Volendam.
Texel.
Pern is.
Zwartewaal.
IJmuiden.
Den Helder.
Enkhuizen.
Goeree.
Vlaardingen.
24 schokkers van
45
18
1
2
2
1
5
13
11
2
2
Deze vaartuigen maakten gezamenlijk 3938 reizen op de
haven, terwijl de vletten in het voorjaar, voor zoover het
weder het tenminste toeliet, dagelijks ter verschvangst
gingen.
De kustvisscherij werd uitgeoefend door de Schevening-
sche kustvloot, bestaande uit: 24 schokkers, 14 garnalen
booten en 23 vletten. Bovendien voer de SCH. 7, een te
Ostende aangekocht vaartuig, gedurende het geheele jaar
op de verschvisscherij. Vele vaartuigen van andere kust
plaatsen markten hier ook vrij geregeld.
Het gedeelte der Hollandsehe kustvloot, hetwelk aan
deze visscherij deelnam, was als het volgt samengesteld.
tenhaven op diepte was evenals op 29 Augustus, doch vóór
den mond der haven werden zoowel ten Noorden als ten
Zuiden, verondiepingen aangetroffen. Op 26 September
kon geconstateerd worden, dat de verondieping aan het
Noorderhoofd zich had uitgebreid, terwijl de toestand aan
de Zuidzijde iets beter was geworden. Den 19den Decem
ber werd een ernstige verondieping vóór en in de haven
en wel aan de Zuidzijde, over ruim een derde van het vaar
water, aangetroffen. Deze verondieping lag zeer gevaarlijk
voor de scheepvaart.
Voor zoover de weer- en zeegesteldheid het toelieten
werd door den aannemer van het Rijksbaggerwerk in en
vóór de buitenhaven steeds gebaggerd en werden groote
hoeveelheden zand verwijderd.
Bij eenige zee of deining stootten de vaartuigen in de
buitenhaven en bleven enkele met ongunstige watergetij
den korter of langer tijd aan den grond zitten.
Tot half November was de weersgesteldheid zeer gun
stig, terwijl er na dien tijd veel ruw weer geboekt moest
worden.