16
7
Seininrichting.
Sleephellingen.
Havengelden.
21
39
Raadsbesluit, van 31
62
8
De dienst werd onafgebroken dag en nacht waargeno
men.
Als grondslag van het getijsein werd steeds aangenomen
de minste diepte, welke in de vaargeul van de buitenhaven
gevonden wordt, volgens de laatste door den Rijkswater
staat verrichtte peiling.
durend in de haven aanwezig; de dienst werd naar belmo
ren waargenomen. In drukke tijden was extra materiaal
aanwezig.
Klachten kwamen bij mij niet in.
De krachtens Raadsbesluit van 21 Februari 1910 aanwe
zige pompinriehting op een der sleepbooten van den Con
cessionaris van den sleepdienst werd door de Brandweer
beproefd en in orde bevonden.
vaartuigen
scherij als
nende.
ingevolge het
Maart 1913.
voor vaartuigen het geheele jaai’ stil
liggend.
vaartuigen, uitsluitend de versch-
vaart uitoefenende.
vaartuigen, uitsluitend de haring
vaart uitoefenende.
zoowel de haringvis-
verschvuart uitoefe-
Voor de schepen, welke elders overwinterd hadden en
eerst in den loop van het jaar in de Scheveningsche haven
kwamen, werd bij Raadsbesluit van 31 Maart 1913 een ver
minderde betaling van havengeld toegestaan.
In 1913 werden genomen 252 abonnementen en wel:
122 abonnementen voor
Met de vijf in exploitatie zijnde hellingen werden in het
geheel 173 loggers, 89 bommen en 41 andere vaartuigen ge-
hellingd.
Met het aanwezige materiaal kou voldoende in de be
hoefte worden voorzien.
De hellingen werdén in December electrisch verlicht.
VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN.
5>