B lage 17
Plaatsingen.
VEKSLAG van den toestand van de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs over het jaar 1913.
708)
66)
637)
608)
451)
355)
352)
228)
192)
163)
144)
115)
102)
101)
721
93
649
638
328
357
413
250
344
161
127
110
99
87
Evenals het vorige jaar kan ook thans weer op een toe
neming van het aantal plaatsingen gewezen worden. In
1913 bedroeg dit 10144 tegen 9467 in 1912, d.i. een vermeer
dering met 677 of ruim 7
Bij de afdeeling voor mannen werden 5839 personen ge
plaatst tegen 5559 in 1912 (vermeerdering 280 of ruim 5%)
en bij de afdeeling voor vrouwen 4305 tegen 3908 in 1912
(vermeerdering 397 of ruim 10%). Verdere bijzonderheden
betreffende het aantal plaatsingen in de verschillende
maanden en vergelijking met vorige jaren zijn opgenomen
in Bijlagen I, II en III.
Het aantal geplaatste vaklieden bedroeg bij de afdeeling
voor mannen 3828 of 65‘/a% van het aantal geplaatste man
nen; bij de afdeeling voor vrouwen 915 of 21% van het
aantal geplaatste vrouwen.
De meeste plaatsingen kwamen tot stand in de volgende
vakken:
Afdeeling voor mannen.
(in 1912
timmerlieden
(leerlingen)
sjouwers
loopknechts
grondwerkers
loopjongens
schilders
metselaars
opperlieden
behangers
loodgieters
klerken (leerlingen)
huisknechts
smeden
1
5»
W